Criollo

Het stamt af van de paarden die in 1535 met de Spaanse cavalerie naar Argentinië kwamen

De Criollo, de nazaat van bovengenoemde paarden, is het herderspaard van de Argentijnse gaucho’s. Het is uitstekend geschikt voor herderstaken, zoals bijeendrijven van vee. Voorts is het geen onbekende in de landbouw en wordt bovendien als lastdier gebruikt. De ranchers gebruiken het als paard voor de lange afstand. Om goeden polopony’s te verkrijgen, worden Criollo’s ook met Volbloeden gekruist

Het paard heeft een kort, houterig voorkomen… meer als een pony. Een breed, recht hoofd en een korte gespierde hals. De romp is diep en compact, het kruis schuin. De benen zijn voorzien van stevige botten en korte pijpbeenderen. De gewrichten zijn welgevormd. De uitstekende, harde hoeven hebben geen ijzers nodig. De manen en staartharen zijn ruw en grof. Er komen veel valkkleurige paarden voor, maar ook voskleurige, stekelharige, palomino’s en bruine. Veel paarden hebben een aalstreep op de rug… een erfenis van hun Spaanse voorvaderen

De taaie, gezonde Criollo is een snel, intelligent paard met een uitstekende uithoudingsvermogen. Het is zelfs bestand tegen extreme klimaatschommelingen en komt met weinig voer toe. Het is zeer willig en draagt ondanks zijn geringe grootte de zwaarste lasten

Stokmaat: 1,42 - 1,52 meter