Welsh mountain

De Romeinen, verrukt van dit dier dat door Caesar is aangeprezen werd als mooiste pony van de Britse eilanden, vestigden in Wales fokkerijen. Ze wilden het ras verbeteren en kruisten Welsh mountains met hun eigen paarden. Zodoende kreeg de Welsh oosterse bloed. De Welsh onderging op zijn beurt ook invloeden van buiten, met name in de 18de en 19de eeuw. De belangrijkste invloeden zijn beslist die van de Arabische volbloed en de Engelse volbloed. Een kleine volbloed, Merlin genaamd, die in de bergstreken van Wales werd losgelaten, heeft heel veel merries gedekt en zodoende bijgedragen aan een verbetering van het ras. In zodanige mate zelfs dat in Wales de Welsh pony merlins worden genoemd.

De Welsh mountain is een ronde en fijne pony. Hij heeft langgerekte achterhand, met een hoog ingeplante staart, maar de lendenen zijn breed en krachtig. De singeldoorgang is diep, de borst gespierd. De vrij lange hals staat hoog op een schuine schouder. De benen zijn fijn, met korte pijpen, goed gevormde gewrichten en een loodrechte beenstand. Het hoofd van de Welsh pony doet denken aan een miniatuur Arabier. Het hoofd is namelijk klein, mooi gevormd, met een holvormig voorhoofd en fijn getekende oren.

Stokmaat is maximaal 1,22 meter.

Alle kleuren zijn toegestaan, behalve bont.

Zoals veel Britse pony's heeft de Welsh mountain in zijn oorspronkelijk leefomgeving een gehard karakter gekregen. Voor zijn grootte is hij zeer sterk; zijn zeer dichte bottenstelsel draagt bij aan zijn algemene stevigheid. Moedig, intelligent, energiek en van goede wil als hij is, is hij een veilig vriendje voor een kind.