Training van je paard

Of je paard nu een Z of een B proef rijdt, springt, dressuur doet of alleen maar recreatief wordt gereden, toch zal elke oefening binnen het paard zijn eigen mogelijkheden telkens weer een beetje topsport zijn. Zorg ervoor dat je paard op elke inspanning goed is voorbereid. Training is niet alleen van belang om beter te presteren maar ook om ervoor te zorgen dat het paard minder snel blessures krijgt en kreupel wordt.

 

Controleer je paard nog voordat het wordt opgezadeld. Eerst de hoeven krabben en de zool controleren.Voel aan de benen of er plekken zijn die dikker of warmer zijn dan normaal. Kijk of de ogen helder staan en of het paard geen snotneus heeft. Als ze zich niet goed voelen kun je beter rust geven. Uit onderzoek is gebleken dat paarden die niet optimaal in hun vel zitten eerder een peesblessure of andere beschadiging kunnen oplopen.

 

Als bij de controle alles goed lijkt, wordt het tijd om te gaan rijden. Langzaam opwarmen, minimaal tien tot vijftien minuten lang. Begin de oefeningen in stap. Houd eerst de wendingen ruim en ga langzaam over op kleinere cirkels. Herhaal dit ook in draf en uiteindelijk in galop.

 

Om een training optimaal effect te laten hebben, moet je de oefeningen regelmatig variëren. Doe je elke dag hetzelfde programma dan zal de effectiviteit van de training na twee weken afnemen. Springen is een sport waarbij snelheid en kracht belangrijk zijn en daarom moet ook in de training regelmatig op hoge snelheid aan de conditie worden gewerkt. Maar voor springpaarden geldt dat niet alleen springen geoefend moet worden. De basis is toch altijd de dressuur en korte wendingen en galopwissels zijn ook voor springpaarden belangrijk. Dus ook dat moet worden geoefend.

 

Voor paarden die vooral dressuur doen geldt ook dat niet alleen dressuuroefeningen gedaan moeten worden. Train ook bij deze paarden regelmatig de conditie dor stukjes op wat hogere snelheid te rijden of een stukje duurtraining te doen.

 

Na de oefeningen wordt er voldoende lang rustig uitgestapt. Als het koud is, leg dan een dunne deken over de rug en lendenen van het paard. Het lijkt misschien overbodig om het te vermelden maar voor het op stal zetten worden de hoeven weer verzorgd en de benen weer gecontroleerd op wondjes of beschadigingen. Als het paard sterk zweet, zorg dan dat het zadelplek goed wordt afgespoeld met voldoende water. Zweet dat hier opdroogt, kan aanleiding geven tot bultjes en huidirritatie.

 

Als je na, naast de rijtechnische oefeningen, bewust werkt aan de fitheid van je paard en de training zorgvuldig voorbereid en afsluit zal dat de prestaties ten goede komen en de kans op blessures verminderen.