Zadelmak maken

Onder zadelmak maken verstaan we de gewenning van het jonge paard aan een zadel en een ruiter op zijn rug

Het paard went aan gewicht op zijn rug als je het tijdens het longeren een longeersingel omdoet. Pas wanneer het hieraan gewend is, kun je het paard voorzichtig een zadel op de rug leggen. De eerste keer kun je het paard het beste in de vertrouwde omgeving vande stal opzadelen. Het is raadzaam dit met z'n tweeën te doen. De een kan dan het paard kalmerend toespreken, terwijl de ander het zadel voor het eerst oplegt of -enige tijd later de singel strakker aantrekt. Is het paard eenmaal aan het zadel gewend, dan kun je het gezadeld longeren. Vervolgens kun je voorzichtig beginnen het paard te laten wennen aan het gewicht van de ruiter. Het paard moet dan minimaal drie jaar oud zijn. De eerste keer gebeurt dit door even rustig op de buik op het zadel te blijven liggen en tegelijkertijd het paard voortdurend met de hand te belonen

Pas wanneer het paard dit heel gewoon vindt, is de tijd rijp het dier voor de eerste keer te bestijgen. Dit kun je het beste doen in een hoek van de manege; dan kan het paard niet opeens wegspringen

De basisprincipes van het rijden kun je het paard het beste aan de longe bijbrengen. Het jonge paard moet heel geleidelijk wennen aan het bit, omdat zijn mond nog heel gevoelig is. De longeerder laat daarom het paard rustig stappen en draven, terwijl de berijder de teugels er heel voorzichtig bijpakt. Hij ondersteunt vervolgens de commando's van de longeerder met kuithulpen. Zo maakt het paard kennis met voorwaartsdrijvende hulpen