Halve hengst of hele ruin?

Waarom gedraagt mijn gecastreerde paard zich niet als een ruin, maar nog steeds als een hengst?

 

Ruinen die na hun castratie nog steeds hengstengedrag vertonen, zijn in veel stallen te vinden. Sommige ruinen voelen zichzelf zelfs nog zo 'mannelijk' dat ze in de weide de hele tijd om de hengstige merries heen draaien en soms zelfs een dekpoging wagen. Uiteraard zonder enig succes. 

 

De pubertijd van een paard begint vroeg, al op een leeftijd van zo'n tien tot twaalf maanden. De meeste hengsten worden gecastreerd op een leeftijd van een á twee jaar oud. Het is geen probleem om op latere leeftijd een hengst te laten castreren, in tegendeel zelfs. Het castreren van een veulen heeft als nadeel dat het veulen nadien minder goed uitgroeit. Hij is minder bespierd, heeft een minder krachtige hals en oogt wat slungeliger dan wanneer hij langer hengst zou zijn gebleven.

 

De teelballen van volwassen mannetjes hebben een dubbele functie: ze produceren niet alleen zaad, maar ook testosteron (mannelijk geslachtshormoon). Door een castratie, waarbij de teelballen operatief worden verwijderd, verdwijnen beide functies: gecastreerde mannetjes zijn onvruchtbaar doordat de zaadproductie wegvalt en hun paringsdrift verdwijnt doordat de productie van testosteron stopt. Als de castratie goed wordt uigevoerd, tenminste.

 

Zes weken na de castratie kan een hengst geen merries meer bevruchten. Dat betekent echt niet altijd dat hij geen hengstengedrag meer vertoont. Het verdwijnen van dit gedrag kan enkele weken tot zelfs maanden duren. Maar hoe komt het dat sommige gecastreerde paarden zich ook na die paar maanden hengst blijven voelen? Waarschijnljk is bij deze paarden bij de castratie iets misgegaan. Het weefsel van de testikels is niet volledig verwijderd of een gedeelte van de bijbal is nog aanwezig, waardoor nog steeds hormonen (testosteron) wordt geproduceerd. Zich voortplanten kunnen deze paarden zich niet meer, maar het typische hengstengedrag blijft hierdoor wel aanwezig. Een tweede ingreep - na een hormonenonderzoek door de dierenarts - is in dit geval aan te raden.