Jeuk in de winter

De belangrijkste veroorzakers van jeuk in de winter zijn de ectoparasieten. Dit zijn parasieten die aan de buitenkant het dier zitten. Bij het paard zijn er in Nederland twee belangrijke soorten: de luizen en de mijten. Verder kan jeuk in de winter een allergische of een immuungebonden oorzaak hebben. Dat wordt 'atopie' genoemd. In de zomer en de winter kunnen aarsmaden jeuk veroorzaken rond de anus.

De luizen zijn meestal bijtende luizen. Hun kop is breder dan het lijf en de meeste voorkomende soort is de bijtende luis. Deze luis is met enige moeite met het blote oog te zien. De infectie begint meestal op de hals en de romp. Het ene paard heeft er veel meer last van dan het andere paard. De bijtende luis leeft van huidschilfers. Soms wordt de zuigende luis gevonden, die een spitse kop heeft die duidelijk smaller is dan het lijf. De zuigende luis leeft van bloed- en weefselvloeistof.

De meest voorkomende mijt in Nederland is de beenschurftmijt. Deze komt het meeste voor bij paarden met veel behang zoals koudbloedpaarden, Friezen, Tinkers en Shires. De belangrijke symptomen zijn jeuk aan de onderbenen, die zich kan uiten in stampen met de benen, langs elkaar wrijven van de benen en/of bijten aan de onderbenen. Er zijn ook paarden die de mijt wel bij zich dragen, maar er geen last van hebben. Als de infectie niet wordt gestopt, kunnen de mijten over het hele lichaam kruipen en overal jeuk veroorzaken en dus leiden tot schuurplekken. Bij paarden die er gevoelig zijn, kan deze mijt de aanzet vormen voor de ontwikkeling van enorm verdikte benen, waarbij de lymfeafvoer van het been niet goed functioneert. Dit noemen we chronisch progressief lymfeoedeem (CPL). Als deze aandoening eenmaal verder is voortgeschreden is herstel vaak niet meer mogelijk en is het voorkomen van verdere verergering het belangrijkste doel van behandelen. 

Als bij paarden ook kippen worden gehouden hebben de paarden soms last van grote rode bloedmijten. Deze infectie is iets waar je echt aan moet denken, want de mijten komen alleen 's nachts op de paarden. Overdag zitten ze verstopt in kieren en spleten. Als een dierenarts het paard onderzoekt, zal hij dus niets vinden.

De behandeling van luizen mijten kan het beste plaatsvinden in overleg met de eigen dierenarts. Er zijn weinig voor het paard geregistreerde middelen. Daarbij moet niet alleen alle aangetaste paarden worden behandeld, maar ook de omgeving, want de luizen en de mijten kunnen zich verstoppen in het stro of zaagsel en in kieren en spleten van de box.

Wassen met antimijten- of antiluizenmiddel is alleen mogelijk als de paarden binnen ergens met warm water kunnen worden gewassen en op een warme plaats kunnen drogen. Het is van belang om eerst het paard goed te wassen met een geschikte paardenshampoo om al het vuil er goed af te halen en dan pas met het antiluizen- of antimijtenmiddel te behandelen. Al deze middelen werken namelijk niet als ze in contact komen met vuil, zoals mest en urine. Ook de boxen moeten volledig worden leeggehaald, heel goed huishoudelijk worden gereinigd (ook alle spleten en kieren) en worden ontsmet.

Bij het bestrijden van de kippenmijten is het noodzakelijk de schuilplaatsen van de mijten overdag aan te pakken. Dit kan door middel van spuiten met bepaalde - schadelijk - gifstoffen, maar ook natuurlijke bestrijding met roofmijten is mogelijk.