Heeft jouw paard een goede conditie?

Een gezond paard glanst, eet en drinkt goed, loopt rad (regelmatig) en produceert enkele malen per dag gele urine en goede mestballen.

 

De ademhaling kun je tellen door schuin achter het paard te gaat staan, maar je kunt het ook voelen als je erop zit.

 

Een hartslagmeter bestaat doorgaans uit twee elektroden met een zender en een polshorloge. De elektroden doe je onder het zadel en onder de singel op een met water natgemaakte huid.

 

Een paard in goede conditie behoort, ook bij zwaar werk, binnen 30 minuten na de arbeid weer een normale ademhaling te hebben en een pols beneden de 60 slagen per minuut. Binnen een uur moeten ademhaling, pols en ook de temperatuur weer normaal zijn (tussen de 37,5 en 38,0 graden Celsius. Daarnaast is een goede maatstaf of het paard direct na arbeid weer wil eten en drinken.

 

Na zware arbeid of als het erg warm is gebruiken sommige paarden 'panten'. Panten is snel en oppervlakkig ademen om zo veel mogelijk lucht te laten passeren langs het slijmvlies van de neus, de keel, de luchtpijp en de grote longpijpjes om zoveel mogelijk warmte kwijt te raken.

 

Tijdens arbeid is de hartslag in stap ongeveer 60-75 slagen per minuut. In draf 90-110 slagen per minuut en in een handgalop 110-130 slagen per minuut. Bij kleine pony's is de hartslag altijd iets hoger. Tijdens een marathon of een cross is de hartslag natuurlijk wel veel hoger, namelijk 170-190 slagen per minuut en soms zelfs nog hoger. Renpaarden kunnen een hartslag van 200-230 slagen per minuut bereiken.

Maak jouw eigen website met JouwWeb