Wat te doen bij botbreuken

Botten bestaan voor een groot deel uit kalk en dood weefsel met mineralen zoals calciumfosfaat en calciumcarbonaat. Maar bot is ook een levend weefsel. Ongeveer een derde van het bot bestaat uit levende cellen die in cirkels zijn gerangschikt, met in het midden van de cirkeltjes een smalle opening waardoor bloedvatten lopen. De levende bot moet immers gevoed worden!

 

De meeste lange botten - zoals die in de benen - hebben binnenin een holte, de mergholte. Hierin zit het beenmerg dat een rol speelt bij de vorming van rode bloedcellen. Maar dat het bot de vorm van een buis heeft, is ook belangrijk uit mechanisch oogpunt. De natuur is heel slim en de vorm van een buis geeft met zo min mogelijk materiaal zo veel mogelijk sterkte aan de constructie. Als het paard nog niet geboren is, worden de botten gevormd uit kraakbeen. Pas later in de ontwikkeling van de foetus worden de relatief zachte kraakbeencellen vervangen door het harde botweefsel. Zolang de botten nog groeien - en dat is bij een paard tot ongeveer vijf jaar - zijn er nog kraakbeenstructuren in het bot aanwezig die de groei mogelijk maken. Bij het paard is bij de geboorte al een vrij groot deel van het kraakbeen omgezet in hard bot. Het paard moet tenslotte gelijk na de geboorte al kunnen staan en lopen. Bij jonge hondjes die nog meer dan zes weken in het nest blijven, is het skelet bij de geboorte veel minder ver gerijpt.

 

Een bot kan op verschillende manieren breken. Soms breekt een lang bot dwars doormidden, soms breekt het in meerdere kleine stukken. In het laatste geval zal het natuurlijk veel moeilijker zijn om de breuk nog te repareren. Ook kan het gebeuren dat er een scheur in het bot ontstaat, een zogenaamde fissuur. Een botbreuk kan door het lichaam zelf worden gerepareerd. Eerst groeit er een overmaat aan kraakbeencellen rondom de plek van de breuk. Deze cellen proberen al wat steun te geven aan de losse botstukken. Hierin worden dan langzaam botcellen en ook mineralen afgezet. Eigenlijk worden de botstukken met een grote bult weefsel omgeven, we noemen dat een callus. Als het bot uiteindelijk gerepareerd is, wordt het bot weer langzaam in model gebracht en wordt op de plek waar het bot aan elkaar gegroeid is, het overmatige botweefsel weer opgelost zodat uiteindelijk niet veel meer te zien zal zijn van de beschadiging. Je moet echter wel geduld hebben, het aan elkaar groeien van de botstukken kan wel acht weken duren!

 

Om de botstukken goed aan elkaar te laten groeien mag er niet al teveel bewegingen zijn tussen de stukken van het gebroken bot. Daarom krijgen mensen met een gebroken been een gips of worden de botstukken tegen elkaar gehouden door middel van een plaat, schroeven of pennen. En daar zit gelijk het probleem waardoor botbreuken bij paarden vaak slecht genezen en een paard met een botbreuk vaak niet kan herstellen.

 

Een paard is veel zwaarder dan een mens en zijn beenderen zijn in verhouding veel langer en dunner. Daardoor werken er enorm hoge krachten in op de botstukken. Bij een botbreuk lukt het daardoor vaak slecht om de botstukken voldoende goed te fixeren. Of met gips, met schroeven en pennen of allebei worden gewerkt, soms zijn de krachten gewoon te groot en blijven de uiteinden van de botbreuk  niet stabiel tegen elkaar aan liggen. En dan kan het bot niet aan elkaar groeien en zal de botbreuk niet genezen. Er is wel geprobeerd om minder kracht op de botten in te laten werken door de paarden voor een groot deel in een bak met water te laten staan of door ze op te hangen in een soort draagbanden zodat er minder kracht op de benen komt te staan. Maar omdat het zo lang duurt voordat het bot genezen is, hebben deze behandelingen vaak weinig succes.

 

Als een paard een gebroken been heeft opgelopen is het belangrijk om ervoor te zorgen dat de botbreuk niet kan perforeren of verergeren. het been moet goed worden ingepakt, met zo veel mogelijk lagen verband of eventueel met spalken, om het been zo goed mogelijk stabiel te houden voor vervoer naar een kliniek.

 

Kun je iets doen om botbreuken te voorkomen? Een trap van een ander paard of een val of aanrijding kan natuurlijk niemand op voorhand tegengaan. Maar soms kan een paard al een botbreuk oplopen  doordat het verkeerd terecht komt met rennen. Bot is levend weefsel, dat sterker wordt bij regelmatige belasting. Zorg daarom voor een goede conditie. Het paard moet niet te zwaar zijn en moet regelmatig getraind worden. Geeft het paard veel weidegang, rijd hem bijna elke dag en voorkom dat hij de ene dag veel belast wordt en dan weer vier dagen op stal moet staan. Hoe fitter het paard, hoe gezonder zijn botten zijn!