Gangen

Er zijn drie basisgangen: de stap, de draf en de galop. Bij de galop onderscheiden we de gewone (werk)galop (drie-tempogang) en de rengalop (vier-tempogang.) De gangen variëren al naargelang het ras; dravers galopperen van nature zelden. Andere paardenrassen, zoals de Arabier, verkiezen in plaats van de draf een lichte galop. Volbloeden worden in het bijzonder voor de rengalop gefokt en daarop getraind, terwijl springpaarden met een krachtige gang, terwijl springpaarden aan de korte, gewone galop de voorkeur geven. De stap kent vijf uitvoeringen: de gewone (arbeidsstap) als basis, de verzamelde stap, de middenstap, de uitgestrekte stap en de vrije stap. Ook bij de draf en galop geldt dat de arbeidsdraf en arbeidsgalop de basis vormen vanwaaruit verruimingen en verzamelingen getraind kunnen worden. Alleen de rengalop kent geen variaties

De tölt is een genetisch verankerde gang met eenbeens-, tweebeens- en driebeensondersteuning zonder zweefmoment. Bij de telgang bewegen de beenparen (bijna) gelijktijdig

stap

Natuurlijke gangen zijn die gangen die het paard spontaan en instinctmatig aanneemt. Deze zijn de stap, de draf en de galop, alsook het achterwaarts gaan en springen. Ook de telgang en de tölt zijn bij bepaalde rassen natuurlijke gangen

Kunstmatige gangen zijn gangen die het paard tijdens de training wordt aangeleerd. Dat zijn bijvoorbeeld de Spaanse pas en de passage, een zeer elastische draf met trage cadans, waarbij het paard zijn benen hoog optrekt

Bewegingen op de plaats: deze kunnen natuurlijk of kunstmatig zijn. Steigeren en bokken zijn natuurlijke bewegingen. Als het paard het niveau van de hoge dressuur heeft bereikt, kan hij schoolsprongen uitvoeren: piaffe, courbette en capriool

capriool

Het paard is kreupel als het paard zijn benen verplaatst op een manier die niet overeenkomt met de wijze waarop de bewuste gang uitgevoerd moet worden. De gangen zijn onregelmatig. Kreupelheid doet zich voor als het paard pijn heeft, moe is of wanneer het paard slecht bereden wordt

De gebroken galop is een onvolkomen gang, die het paard soms tijdelijk aanneemt als hij uit zijn doen is of moe is. Als hij met zijn voorbenen galoppeert en met zijn achterbenen draaft, heeft men het over een gebroken galop van voren. Galoppeert hij met zijn achterbenen en draaft met zijn voorbenen, dan is er sprake van een gebroken galop van achteren

In verzamelde gangen wordt het paard groter en ronder, terwijl zijn gewicht fors op de achterhand wordt overgebracht. Zijn benen buigen sterk door. De beweging komt deels naar boven tot uiting. Bij de uitgestrekte gangen strekt het paard zich verder uit: de beweging is voorwaarts gericht. De hoek hals-hoofd wordt ruimer en het paard bestrijkt met iedere pas een optimale oppervlakte

Het ritme van een gang wordt bepaald door de verdeling van de tempi tussen de verschillende landingen. De cadans wordt bepaald door de tijd tussen twee landingen van dezelfde voet. Deze moet in een en dezelfde gang zo regelmatig mogelijk zijn, ongeacht de variaties

De stap is een 4 takt beweging

Verplaatsingsvolgorde:

-          Rechtsachter

-          Rechtsvoor

-          Linksachter

-          Linksvoor

Ondersteuning:

-          Op 2 of 3 benen

De gemiddelde staptempo van een paard is 100 m per minuut

De tölt is een gang die vooral bij IJslanders voorkomt. Het is een snellere 4 takt beweging dan de stap

Verplaatsingsvolgorde:

-          Rechtsachter

-          Rechtsvoor

-          Linksachter

-          Linksvoor

Ondersteuning:

-          Op 1 of 2 benen

 

De telgang is een natuurlijk gang bij IJslanders en dravers (pacers) in Noord Amerika. De benen aan de linker of rechter zijde van het lichaam worden ongeveer gelijktijdig verplaatst

Verplaatsingsvolgorde:

-          Rechter paar benen

-          Linker paar benen

Ondersteuning:

-          Linker paar benen

-          Zweefmoment

-          Rechter paar benen

De draf is een 2 takt beweging wat inhoudt dat de draf een gang is in twee tempi met een zweefmoment. Het verplaatsen van de benen gebeurt in diagonale paren min of meer gelijktijdig. Het gemiddelde draftempo is 225 m per minuut

Verplaatsingsvolgorde:

-          Zweefmoment

-          Rechtsvoor en linksachter gelijktijdig

-          Zweefmoment

-          Linksvoor en rechtsachter gelijktijdig

-          Zweefmoment

Ondersteuning

-          Linksvoor en rechtsachter (diagonaal)

-          Zweefmoment

-          Rechtsvoor en linksachter

-          Zweefmoment

De galop is een 3 takt beweging met een zweefmoment. Het gemiddelde galoptempo is 350 m per minuut. De galop onderscheidt zich in een rechtergalop, waarbij respectievelijk de rechterbenen voor de linkerbenen worden geplaatst en een linkergalop, waarbij de linkerbenen voor de rechterbenen worden geplaatst. Als er een onderbreking komt in dit bewegingsmechanisme met een voorbeen of een achterbeen spreekt men van overkruiste galop

Volgorde van neerkomen bij rechtergalop:

-          Linksachter

-          Linker diagonaal

-          Rechtsvoor

-          Zweefmoment

Ondersteuning:

-          1 been, daarna diagonaal en daarna door 3 benen

Als tijdens de beenbezetting het achterbeen van de diagonaal eerder wordt neergezet dan het voorbeen is er sprake van een viertakt galop

De contra galop is een lenigheidsoefening waarbij de ruiter het paard met opzet op de linkerhand in de rechtergalop laat aanspringen of andersom

Maak jouw eigen website met JouwWeb