Kruidenkuur voor de herfst

In de Traditionele Chinese Geneeskunde (TCG) staat deze tijd, de herfst, in verbinding met het element metaal. Ter voorbereiding op de winter worden krachten gebundeld en energie (Qi) wordt naar binnen geleid om de binnenkant te verwarmen. In overeenstemming daarmee hebben paarden met een 'metaal karakter' een sterk en overtuigend voorkomen. In de kudde hebben ze vaak een leidende rol, maar ze zonderen zich ook af. Volgens de leer van de TCG staat het element metaal in verbinding met de longen en de darm, die de lucht c.q. het voedsel opnemen en de niet verteerbare stoffen weer uitscheiden.

De werking van elk kruid heeft volgens de TCG specifieke eigenschappen. Daartoe behoort onder andere het gedrag met betrekking tot de smaak (zoet-smaakneutraal-zuur-pikant-zout-bitter) en tevens het gedrag betreffende de temperatuur (neutraal-koel-koud-warm-heet).

Als het element metaal door droogte is verzwakt, vertoont de dikke darm, die tevens het tweede belangrijke orgaan met betrekking tot het element metaal is, vaak de neiging tot verstopping. Typische voor dit element zijn paarden die vatbaar zijn voor koliek, omdat ze niet goed tegen de overgang naar het drogere ruwvoer kunnen. Deze paarden hebben vaak een droge, schilferige huid en een slechte, doffe vacht, hetgeen eveneens een aanwijzing is  voor het uit balans geraakte element metaal. Veel kruiden die in zo'n geval kunnen worden toegediend, hebben een vochtinbrengende werking op het organisme. Alvorens echter je paard kruiden te geven, is het raadzaam om het dier door een dierenarts te laten controleren. Paarden die in de herfst tot verkoudheid neigen, kun je preventief met thee tegen verkoudheid te behandelen. De samenstelling van deze thee is als volgt: zestig gram smalle weegbree, tien gram anijs, tien gram venkel, vijf gram kaasjeskruid, tien gram tijm en vijf gram heemst. Maak hiervan een thee die je of samen met de kruiden over het krachtvoer geeft of over de dagelijkse portie wortels giet. Let er wel op dat de thee niet te warm is!

Soms heeft een kruid zelfs een tegenovergestelde werking, maar is desondanks beslist nodig voor het herstel van de balans van het gehele systeem. In de TCG is het gebruikelijk om kruiden, die verschillende werkrichtingen hebben, met elkaar te combineren.

Het is belangrijk om nog een element toe te voegen: namelijk het koerierskruid. Dit kruid werkt harmoniserend en verdeelt de werking van beide tegenspelers over het hele lichaam. Koerierskruiden helpen het lichaam de werkstoffen op te nemen en kanaliseren de werking. Een of twee toegevoegde 'assistentenmiddelen' hebben of invloed op andere betrokken functiekringlopen of ze verzachten het effect van het belangrijkste bestanddeel, wat in dit speciale geval niet gewenst is.

Voor alle soorten hoest staan verschillende kruiden ter beschikking. Het is verstandig om de dierenarts te laten komen als je paard hoest. Er zijn namelijk grote verschillen tussen de diverse symptomen die het paard vertoont. Vaak zijn de slijmvliezen rood, de paardenbenen warm en gaat de hartslag omhoog. Een probaat kruidenmengsel voor een dergelijke hoest bevat als keizerkruid een verkoelend, maar ook een slijmoplossend en vochtinbrengend kruid. Het juiste mengsel bevat als verkoelend kruid bijvoorbeeld eucalyptus, pepermunt of lindebloesems c.q. vlierbessen en slijmoplossende kruiden zoals koningskaars of sleutelbloem. Dat vul je aan met vochtinbrengende kruiden, zoals zouthout of longkruid, om het slijm minder taai te maken.

Het paard zet zijn vacht op, een eenduidig bewijs dat hij het koud heeft, de hartslag is langzaam en de benen zijn koud. Het uitvloeisel uit de neus is wit. In dit soort gevallen heeft het paard verwarmende en opwekkende kruiden nodig: bijvoorbeeld tijm, dat het immuunsysteem (de Wei-Qi) opwekt, venkel en anijs. Om te voorkomen dat de verwarmende werking niet teveel hitte in het lichaam brengt, kun je dit mengsel aanvullen met vochtinbrengende kruiden en een beperkte hoeveelheid koelende kruiden (bijvoorbeeld koningskaars). Het is bijvoorbeeld raadzaam om tijdens de koude herfstmaanden niet te veel vers fruit te voeren.