Monsteren

Wanneer monsteren we in het algemeen een paard?

-          Bij aan- of verkoop

-          Keuringen

-          Veterinaire keuring

De monsteraar

Zorg dat je er netjes en verzorgd uitziet. Draag nette gympen of jodphurs, draag lang haar in een staart, geen open jas. Er zijn stamboeken die een speciaal tenue vereisen, bij KWPN-keuringen bijvoorbeeld is dit: witte kleding met een rode stropdas

De monsterknecht

Het tenue van de monsterknecht is gelijk aan dat van de monsteraar. De monsterknecht bepaalt de plaats van opstellen; de monsteraar moet 2 meter voor de monsterknecht opstellen. Correct gaan staan en de chambriére midden voor het lichaam houden. Zorg dat het paard attent staat

De verzorging van het paard

Het paard moet in een goede voedingstoestand verkeren. Dit wijst op een goede gezondheid en een goede verzorging. Dit houdt in dat de huid schoon moet zijn, de haren moeten vlak liggen en glanzen en het paard moet in een goede conditie verkeren. De hoeven moeten verzorgd zijn. Indien het paard beslagen is, moet het beslag goed passen. Geef een paard nooit een paar dagen voor de keuring nieuw beslag, maar doe dit twee weken van tevoren. De hoeven moeten goed schoongemaakt zijn. De aftekeningen zijn smetteloos wit en de manen en staart zijn schoon en uitgeborsteld. Het verdere toilet is afhankelijk van het ras. De kenmerken van het paard moeten namelijk bewaard blijven

Het voorbrengen

Het voorbrengen kun je doen aan een monsterhalster of aan een hoofdstel. Een monsterhalster past bijna altijd en werkt in op de neus van het paard. Een hoofdstel daarentegen moet vaak per paard veranderd worden en werkt in op de lagen van het paard. In sommige gevallen zal de profiellijn mooier uitkomen als je een Engelse neusriem bevestigt aan het hoofdstel. De linkerteugel moet altijd door de linkertrensring gehaald worden en aan de rechtertrensring bevestigd worden. Ook kun je een ketting bevestigen aan het bit

Het opstellen

Bij het monsteren stelt men een paard in principe open op, tenzij bijvoorbeeld de dierenarts anders vraagt. Het paard moet 5 meter afstand dwars op de jury opgesteld worden, zodat de jury er zonder risico omheen kan lopen en het paard van opzij kan beoordelen. De voorhand mag niet lager staan dan de achterhand. Het front is naar links gesteld, de voorbenen staan nagenoeg naast elkaar. Maar zodanig dat het linkervoorbeen iets voor het rechtervoorbeen geplaatst wordt en het rechterachterbeen voor het linkerachterbeen. Zo, dat alle vier de benen zoveel mogelijk belast zijn. De laatste beweging van het paard is dat hij met het buitenvoorbeen een halve pas maakt. Om het paard zo opgesteld te krijgen, is het van belang de beenzetting van het paard te kennen. Druk het hoofd niet te veel omhoog, want hierdoor zullen rug en lendenen zakken, waardoor de indruk ongunstig wordt

De monsteraar loopt links naast het paard, zijn eigen rechterheup iets voor de linkerboeg van het paard, de rechterarm moet stil maar niet stijf gehouden worden. Schouder, elleboog en polsgewricht moeten de bewegingen van het paard kunnen door het paard laten meetrekken. Oefeningen in lopen zijn hiervoor zeer gewenst! De monsteraar houdt het paard met de rechterhand achter de kin vast. Als het paard langer gelaten wordt, zal het zich beter kunnen tonen; hier zal echter wel op getraind moeten worden. Belangrijk is dat altijd contact op de teugel bewaard blijft, zo kan men beter aanvoelen of het paard weg wil springen. Houd teugel of touw in je rechterhand en het uiteinde in de linkerhand. Indien we een zweepje nodig hebben, bijvoorbeeld bij moeilijke hengsten, nemen we dit eveneens in de linkerhand

Bij het opstellen neem je de teugels in beide handen en loop je de laatste paar meter achterwaarts voor het paard, zodat je de beenzetting in de gaten kunt houden bij het opstellen. Als het paard is opgesteld, neem je de teugels weer in beide handen en blijf je voor het paard staan, zodanig dat de jury, de dierenarts of de koper het paard geheel kan bekijken. Let op dat het paard recht blijft staan

Bij het monsteren op een rechte lijn is de stand van het paard goed te beoordelen. Een nadeel is dat je de ruimte van de gang moeilijk kunt zien. De wendingen maak je steeds in stap en rechtsom. Hierdoor wordt voorkomen dat het paard de monsteraar op de voeten springt en de jury kan het paard op deze wijze beter blijven beoordelen. Met een kreupel paard keer of wend je in het algemeen zo, dat het pijnlijke been aan de buitenkant blijft, tenzij de dierenarts andere verlangt

Bij het monsteren in driehoeksverband stap je in een rechte lijn eenmaal heen en terug en ga je dan pas de ‘driehoek draven’. Zo wordt de keuringscommisie/dierenarts in staat gesteld het paard in draf van voren en van achteren te beoordelen, maar ook van de zijkant. Zodat de ruimte van de drafbeweging bekeken kan worden. Opstellen doe je altijd twee maal: voordat je het gangwerk toont en nadat je het gangwerk getoond hebt