Allemaal beestjes!

Vliegen: zijn over het algemeen alleen irritant door hun gekriebel. In de buurt van mesthopen of vuile stallen kun je ze in grote getalen tegenkomen. Gelukkig steken ze het grootste deel van het jaar niet en heeft het paard een prima afweer om ze te verjagen. Zijn huid kan door vele kleine spiertjes trillen en meestal is dat voldoende om de vliegen te laten opstijgen. Wanneer het paard echter een ontstoken oog of een wond heeft, trekt dit vaak meer vliegen aan, die bovendien hardnekkig aanwezig blijven. Soms leggen de vliegen zelfs eitjes in de wond, die zich na verloop van tijd ontwikkelen tot maden. Dit wordt ook nogal eens aangetroffen bij koudbloeden met veel behang. Een vliegenkap kan ontstoken ogen voorkomen. Bij mok blijft een huidontsteking vaak onttrokken aan het oog door alle haren. De maden vinden de beschutte, warm, vochtige wond echter een prima woonomgeving. Het is dan ook van belang om een wond goed schoon te houden en haren te verwijderen.

Knutten: ofwel cullucoïdes, zijn bijzondere mugjes. De knut is amper met het blote oog te zien, maar kan veel ellende veroorzaken. In Nederland zien we steeds vaker paarden en pony's die overgevoelig reageren op bestanddelen uit het speeksel van deze mug. Het veroorzaakt extreme jeuk en het paard zal zich tot bloedens toe krabben en bijten waarbij de staartharen en manen vaak afbreken: staart- en maneneczeem. Buiten een heel scala aan smeerseltjes, zalfjes en shampoos is het vooral belangrijk om te voorkomen dat het paard gestoken kan worden door de mugjes. Dit kan bijvoorbeeld door het paard binnen te houden bij zonsopgang en zonsondergang, de momenten dat de knutten het meest actief zijn. Een andere mogelijkheid is om het paard van zijn kruin tot zijn staart in te pakken in een zogenaamde eczeemdeken.

Muggen: zijn net als bij ons mensen verantwoordelijk voor kleine jeukende bulten in de huid van een paard. Met hun monddelen zuigen de vrouwelijke muggen wat bloed uit het paard. Om stolling van dit bloed te voorkomen, spuiten ze wat speeksel in de wond en dit zorgt voor jeuk.

Horzels: zijn niet schadelijk door hun steken, maar via hun larven. Ze leggen hun eitjes op de benen van een paard waar ze herkenbaar zijn als kleine gele stipjes. Zodra een paard met zijn tanden langs deze eitjes gaat, reizen de eitjes via de mond en de slokdarm naar de maag. Daar ontwikkelen ze zich tot larven die zich vasthechten aan de maagwand. Dit kan ontstekingen van het maagslijmvlies veroorzaken en dat is pijnlijk voor het paard. Door in november te ontwormen met een wormenkuur met ivermectine of moxidectine kunnen deze larven bestreden worden.

Dazen: bijten - in tegenstelling tot muggen, die alleen maar bloedzuigen - daadwerkelijk een gaatje in de huid van het paard. Dit is heel pijnlijk en paarden reageren daarom vaak veel geïrriteerder op een beet. Ook hierbij kan het paard flinke bulten krijgen. Net als bij de mug steekt alleen het vrouwtje. Je kunt met een scala aan sprays proberen om de dazen op een afstand te houden, maar in de praktijk valt het effect vaak tegen zodra een paard gaat zweten. Daarom is ook hier bescherming door een vliegendeken aan te raden. Daarnaast zijn tegenwoordig steeds vaker zwarte ballen met daarover een soort lampenkap te zien in de paardenwei. De zon warmt de bal op en deze wordt zo aantrekkelijk voor een daas. Wanneer de daas echter weer opvliegt, komt ze via de trechter in een fuik terecht. Op die manier worden vele vrouwtjes gevangen en vermindert het aantal dazen rond het paard.

Teken: zijn andere zomerse parasieten. In bosachtige omgeving kunnen deze kleine spinachtige wezentjes op het paard terecht komen en zich met hun monddelen vasthechten aan de huid van een paard. Na 24 uur gaat de teek bloedzuigen en blaast zich dan op tot een omvang die vele malen groter is dan voor de opname van het bloed. Ook dit beestje spuit speeksel in de wond om stolling te voorkomen. In dit speeksel kan echter Borrelia voorkomen, een bacterie die de ziekte van Lyme veroorzaakt. Het is dan ook essentieel om teken binnen 24 uur te verwijderen om de overdracht te voorkomen. De ziekte van Lyme kan vage klachten veroorzaken, is moeilijk te diagnosticeren en behandeling komt daardoor vaak zo laat dat een paard chronische problemen zoals stijfheid en kreupelheid kan houden. In het ergste geval kan zelfs het zenuwstelsel aangetast worden.