Liksteen, noodzaak of...?

De gemiddelde Nederlandse weide kan prima in de mineralenbehoefte van het paard voorzien. Met één uitzondering: natrium. Wanneer je paard geen of nauwelijks arbeid verricht en niet zweet, zal hij niet veel behoefte hebben aan natrium, maar in alle andere gevallen zal het tekort moeten worden aangevuld. Vooral paarden die veel werken, dus zweten en hierdoor zout verliezen - ongeveer drie gram per liter - hebben behoefte aan wat extra. Als je bedenkt dat een paard bij gewone draf en een buitentemperatuur van twintig graden Celsius ongeveer zes liter zweet per uur verliest, dan begrijp je wel dat een beetje extra zout een welkome aanvulling is.

 

Een langdurig en/of regelmatig tekort aan elektrolyten verstoort de water- en elektrolytenbalans in het lichaam. De effecten hiervan zijn vaak pas na langere tijd zichtbaar en uiten zich in algemene symptomen zoals minder werklust, vermindering van de prestaties, een verminderde vruchtbaarheid, minder melkproductie, weinig huidelasticiteit en een ruw haarkleed.

 

De natriumbehoefte van het paard is afhankelijk van veel onzekere en oncontroleerbare factoren. Gewicht, voertype, samenstelling van het gras en wateropname zijn enkele van de relevante factoren. Het is duidelijk dat deze factoren sterk kunnen variëren, waardoor het bepalen van de exacte zoutbehoefte per dier zeer complex is. Het toevoegen van natrium aan het paardenvoet is dan ook geen optie. Een paard moet naar eigen behoefte de ontbrekende voedingsstoffen kunnen aanvullen.

 

Zout stimuleert de eetlust en voorkomt gewichtsverlies. Magnesium zorgt voor een normaal verloop van spierconcentraties en zenuwimpulsen. IJzer bevordert de werking van alle organen en weefsels en speelt een rol bij zuurstoftransport en oxidatie. Zink bevordert de eetlust en maakt de vacht glanzend.

Maak jouw eigen website met JouwWeb