Galoprennen

Galoprennen is regelrechte business, waarin wereldwijd veel geld wordt verdiend

Net als de Volbloed zijn galoprennen als het ware de Formule 1 van de paardensport, en niet alleen omdat het op snelheid aankomt! Er worden grote sommen geld geïnvesteerd in wat men onderzoek en ontwikkeling zou kunnen noemen, waarbij uitrusting, veterinaire kosten, foktechnieken en transport zijn inbegrepen

De georganiseerde sport is wellicht de laatste nalatenschap van het Britisch Empire aan de rest van de wereld. Volbloeden verschenen tussen 1750 en 1850 ten tonele. De galoprennen in de huidige vorm bestaan sinds ongeveer 1800

De renkalender, waarop alle rennen en de resultaten worden opgetekend, werd in 1727 voor het eerst openbaar gemaakt. In 1740 verbood het Engelse parlement alle kleinere wedstrijden waarin niet veel geld omging om deze tak van sport in een groter kader te krijgen. De winnaar van de eerste Derby in 1780 heette Diomed; alle Derby's worden tegenwoordig nog in dezelfde vorm gehouden

Voor leken zijn galoprennen vaak ondoorzichtig. In feite is deze sport echter zeer eenvoudig; de spelregels zijn wereldwijd hetzelfde. De paardeneigenaar staat aan de basis. Van hem hangt alles af. De bezitter (particulier, maatschap, syndicaat, club of welke andere zakelijke verbintenis dan ook) zorgt voor een beroepstrainer, die zich om het paard bekommert en het klaarstoomt voor de wedstrijd

De jockeys - vrouwen zijn overigens steeds beter vertegenwoordigd - hebben een vrij beroep en worden door de eigenaar of de trainer ingehuurd. Ook delen ze mee in de winst. Amateurjockeys doen alleen aan de kleinere wedrennen mee

Voor de paarden begint het wedrennen als tweejarige over een afstand van 1000 en 4400 meter. De belangrijkste galoprennen zijn de klassieke wedstrijden voor driejarigen en de open rennen over gemiddelde afstanden tussen de 2000 en 2400 meter. De winnaars worden vaak gekocht om later mee te fokken, waardoor de verkoopprijs van hun nakomelingen verdubbelt