Zo werkt een kudde

Sociaal contact is één van de basisbehoeften van een paard. In het wild hebben paarden een groep nodig om te overleven. Sociaal contact, elkaar kunnen ruiken, zien, besnuffelen en groomen, het hoort er allemaal bij.

 

In het wild gaat het om overleven. Onderlinge communicatie is daarbij heel belangrijk. Dat gaat bij paarden heel subtiel. Binnen een minuut heeft een paard via het orenspel, de ogen en de overige lichaamstaal, al heel veel informatie uitgewisseld met de andere paarden in de groep.

 

Een stoer aard dat goed in zijn vel zit, zal over het algemeen redelijk hoog staan. Zwakke, zieke en oudere paarden staan meestal laag in rang. Ook wordt de rangorde niet vastgesteld van hoog naar laag, zoals veel mensen denken, maar tussen twee paarden. Uiteindelijk is er altijd een paard dat in elke onderlinge verhouding het onderspit delft. Dat betekent niet dat deze laagste in rang niet aardig wordt gevonden of ongelukkig is. Paarden accepteren hun plek in de rangorde en een paard dat laag in rang staat, kan heel tevreden zijn. Een hogere rang brengt ook verantwoordelijkheid met zich mee: het gaat om de overleving van de kudde. Daarbij staat de rangorde niet eeuwig vast. Het is een dynamisch proces. Bij elke verandering testen paarden waar ze staan. Als er een paard bijkomt, naar een wedstrijd is geweest of een tijdje stalrust heeft gehad, moet de rangorde opnieuw worden afgetast.

 

Paarden die het goed met elkaar kunnen vinden, staan vaak dicht bij elkaar en 'indringers' worden weggejaagd. Paarden hebben preferred partners ofwel vriendjes: één bepaald paard krijgt meer aandacht en ze staan vaak bij elkaar. Als één van die twee paarden dan met en ander staat te kroelen, komt het vriendje vaak tussenbeide.