Springen

De eerste festiviteit die men als springparcours zou kunnen betitelen, vond in 1865 plaats tijdens de Dublin Horse Show. In 1866 werd in Parijs een 'concours hippique' georganiseerd, waarbij de deelnemers naar hun voorkomen werden beoordeeld en op het terrein enkele natuurlijke hindernisrennen moesten nemen

Gedurende die beginjaren werden er al strafpunten toegekend aan paarden die de lichte hindernisbalken aanraakten, en men maakte een onderscheid tussen het afwerpen door de voor- of achterhand. De deelnemers, destijds vrijwel allemaal militairen, mochten hun paarden voor de wedstrijd de hindernissen tonen. Ze kregen punten voor de rijstijl, en elke hindernis kreeg een aparte puntenwaardering

De naam Caprilli speelt een grote rol in de geschiedenis van het springen. De Italiaan Capitano Frederico Caprilli (1868-1907) ontwikkelde de huidige springhouding, waarbij de rug van het paard de vrijheid heeft en het zich tijdens de sprong in balans kan krijgen

Er bestaat een veelvoud aan hindernissen: hoogte- (steil-) en breedtesprongen, trapvormige hindernissen (voor de laagste, achter de hoogste balk), parallelsprongen, of oxer-parallel (de voor- en achterbalk zijn even hoog), of de rug (de middenbalk is verhoogd.) Een watersprong met of zonder lage hindernis ervoor vereist een brede, vlakke sprong. Ook plaatst men vaak smalle sloten voor of onder een hindernis