Hoe dorstig is een paard?

Een paard drinkt tussen de 20 en 40 liter per dag, soms zelfs meer.

In de wei graast het paard de hele dag door. Aangezien gras rijk aan water is, krijgt het paard al door te eten een belangrijk deel van het vocht dat hij nodig heeft naar binnen. 

Een paard dat op stal staat eet daarentegen hoofdzakelijk droogvoer: stro, hooi, granen en/of biks. Nu drinkt hij dus niet al etende en moet dit gebrek aan vocht worden aangevuld.

Soms kan er een automatisch drinkbak in de wei geïnstalleerd worden. Dat is heel praktisch, maar hij moet wel dagelijks gecontroleerd en schoongemaakt worden. 's Winters kan het buizenstelsel bevriezen. Er moet dus voor een reserve drinkbak worden gezorgd.

Tegenwoordig komt men overal automatisch drinkbakken in stallen tegen. De automatische drinkbak stelt een paard in de gelegenheid te drinken wanneer hij dat wil. Controleer een paar keer per dag of hij nog schoon is en of hij nog goed werkt.

Na een forse inspanning moet je je paard geen grote hoeveelheden water laten drinken. Laat hem een paar slokjes drinken.

Als het erg heet is, kan ijskoud water de maag van het paard 'bevriezen': het temperatuurverschil brengt een plotselinge samentrekking teweeg, die een koliekeffect op de spijsverteringsorganen kan hebben. Geef het paard daarom water op 'kamertemperatuur'.

Tijdens lange trektochten is het beste om de paarden kleine hoeveelheden te laten drinken. Als je na een lange tocht bij een drenkplaats komt, laat de paarden dan niet ineens liters water wegdrinken. Wacht tot ze tot rust zijn gekomen en laat ze vervolgens naar hartenlust drinken.