Optimaal genieten

Er vliegt een eend op uit de sloot, een hond komt blaffend uit de bosjes gerend of er staat een Schotse Hooglander midden op het ruiterpad. Het kan zich allemaal voordoen als je met je paard op stap gaat en dat maakt het buitenrijden ook leuk!

 

Met twee of meer op pad gaan, is meestal gezelliger en safer. Voor vertrek is het handig om de volgorde van de paarden te bepalen. Stelregel bij het in groepsverband rijden is één paardlengte tussenruimte. Een andere basisregel is dat aansluiten in dezelfde gang gebeurt: als je in stap, sluit je in stap aan. Als je paard onrustig op stilstaan reageert, blijf dan relaxed op een volte rondstappen totdat het probleem is opgelost en de hele groep weer verder kan.

 

Je paard blijft het rustigst als het dicht bij de groep kan blijven, steek daarom altijd in een groep over. Een manier om dit snel te doen, is met enen achter elkaar langs de weg te rijden en op het commando 'met enen links!' van de begeleider allemaal tegelijk over te steken.

 

Tijdens de buitenrit wordt in afwisselend tempo gereden. De ruiter aan het hoofd geeft dit aan door te roepen en een teken te geven. Is de groep groot, dan kunnen de achterste ruiters het misschien niet horen of zien. Daarom is het belangrijk dat de daarvoor aangewezen ruiters het commando doorgeven. Gebeurt er iets waardoor de groep stil moet staan? Roep dan heel duidelijk stop of ho. De kopruiter kan de groep stilzetten en kijken wat er verder moet gebeuren. Het kan ook voorkomen dat een paard uit de rij schiet en voorbij de kopruiter komt in dat geval draait de ruiter het paard zo snel mogelijk om en stuurt terug naar de groep. Ook wanneer iemand valt en het paard losloopt, is het belangrijk dat de rest van groep bij elkaar blijft.

 

Een dagtocht of trektocht van een aantal dagen vergt vanzelfsprekend voorbereiding. Plan een route met routekaart of gps, waarin onderweg verschillende pauzes voor paard en ruiter zijn ingelast. Het tempo tijdens een lange tocht wordt aangepast. Om de anderhalf à twee uur een korte rustperiode inlassen is geen overbodige luxe, evenals even afstappen om de benen te strekken en het paard te laten drinken.

 

Met je paard naar zee rijden is een droom van menig ruiter. Bij laagwater heeft het strand vaak een harde bodem. Bij hoogwater is het zand mul. Mul zand is veel zwaarder om op te rijden en dat geldt ook voor de duinen. Zeker als paarden er niet aan gewend zijn, is het goed heel rustig te rijden. Op het strand liggen vaak plassen water, die dieper kunnen zijn dan je denkt. Pieren, boeien en andere voorwerpen op het strand en onder water kunnen ook verraderlijk zijn. Wil je een keer wat harder galopperen op een stuk strand, rijd dan eerst een keer op en neer om dat stuk te controleren. Vanwege opspattend zand willen sommige paarden alleen maar naast de groep galopperen en niet recht achter een voorganger, voor de ruiter wellicht ook prettiger.

Maak jouw eigen website met JouwWeb