Voeding

Het voeren van paarden is een combinatie van kunst en kennis.

De voornaamste voedingsmiddelen, water en ruwvoer, activeren de spijsvertering, terwijl koolhydraten, dus suiker, zetmeel en vezels, energie leveren. Eiwitten zijn belangrijk voor de botten, huid en de conditie. Vetten en oliën zorgen voor energie; vitaminen en mineralen waarborgen de lichaamsfuncties

Ruwvoer vormt de basis van het paardenvoedsel - buikvulling en vezels - gebaseerd op gras. Daar komen krachtvoer, op graanbasis, en eventueel de voedingssuplementen

Wanneer je gras, de basis van ruwvoer, droogt, ontstaat er hooi. Inkuilen of ensilage, is mogelijk door het gras te laten verwelken en het luchtdicht in een gesloten, plastic verpakking op te slaan; het ruwvoer behoudt daarbij de proteïnen en is stofvrij. Vers hooi mag pas na het 'uitzweten' - drie maanden na het hooien - worden gevoerd

Graszaadhooi, een paardenmengsel dat wat steviger is, bevat raaigras, beemdgras, rood zwenkgras, doddegras en een zeker aandeel aan klaver

Het zachtere weidehooi is afkomstig van meer eentonige velden. De kwaliteit en de voedingswaarde van hooi variëren. Goed hooi bevat nauwelijks onkruid, is vochtig noch muf en bevat geen schimmels

Er is hooi van de eerste en van de tweede. Hooi van de eerste snede is gewonnen in het voorjaar of in het begin van de zomer, wanneer het gras flink groeit. De voedingswaarde van dit hooi is hoger dan van hooi van de tweede snede, dat in augustus van het land wordt gehaald. Wanneer het hooi van het land komt, kan het niet direct worden gevoerd. Het moet minstens zes weken worden opgeslagen om te besterven. In het droge hooi kan een paard de giftige planten namelijk niet meer onderscheiden. Na zes weken zijn de giftige sappen uitgewerkt. In principe mag een paard zo veel hooi eten als het wil. Het voorkomt bovendien verveling gedurende de uren dat het paard op stal staat

Krachtvoer en voedingssupplementen voorzien het paard van energie en extra voedingsstoffen. Mineralen en vitaminen dienen in een uitgebalanceerde hoeveelheid te worden gegeven

Haver, het traditionele paardenvoer, is licht verteerbaar, mits het geplet is. Voor pony's en koudbloedigen paarden is haver echter niet geschikt

haver

Afgezien van haver kunnen ze ook geplette gerst krijgen

Zachtgekookte, met tarwezemelen verrijkte gerst is geschikt voor paarden die in kou werken

Soorten krachtvoer:

Haver heeft een hoge voedingswaarde en is licht verteerbaar. Het is belangrijk dat de haver van een goede kwaliteit is; de korrels moeten droog en glanzend zijn, geen opvallende geur hebben en in de hand rul aanvoelen. Haver kun je het beste in combinatie met brokken en hooi voeren. Haver wordt al van oudsher gevoerd aan dieren die veel moeten presteren. Het zorgt voor een goede conditie en een levendig temperament

Zemelen zijn het afvalproduct van graanmaalderijen. Het zijn de schilden van de tarwekorrel. Zemelen zijn geschikt als voer omdat ze rijk aan vitaminen zijn. Ze zijn door het paard gemakkelijk te verteren en zorgen dankzij de ruwe celstof in de schillen voor een goede verterng van andere voedingsstoffen. Maximaal eenderde van het rantsoen mag uit zemelen bestaan. Het is aan te raden de zemelen voor het voeren nat te maken. Droge zemelen hebben een stoppende werking en zijn dus goed voor paarden met een dunne mest

Paardenbiks is een mengvoeder dat aan hoge wetenschappelijke eisen voldoet wat samenstelling en voedingswaarde betreft. Biks zijn gemakkelijk in het gebruik en als je bovendien hooi en wortels voert, heb je een aardig basisrantsoen

Slobber wordt gemaakt van tarwezemelen met gekookt lijnzaad of lijnmeel, aangemaakt met gekookt water. Door het vet van het lijnzaad helpt slobber bij het verharen. Meestal wordt slobber echter gegeven aan paarden die doorgaans hard moeten werken en opeens een of meer dagen op rust staan. Het bevat weinig krachtvoerelementen en ik licht verteerbaar. Zo is er minder gevaar op voedselophoping in de darmen tijdens de rustdag. Ook na een dag werken is een lekkere bak slobber een gezonde traktatie. Maak niet te veel slobber met lijnzaad ineens en voer het binnen twaalf uur op. Het bederft nogal snel

Wortels bevatten veel caroteen, een stof met veel vitamine A. Ze zijn geschikt als aanvulling op het dagrantsoen. Wel moeten de wortelen altijd eerst goed schoongemaakt en van het loof ontdaan worden, omdat zand en wortelloof koliek kunnen veroorzaken

Bieten zijn voor een deel te vergelijken met wortels. De voedingswaarde is gering, maar ze zijn sappig en paarden vinden ze lekker. Suikerbieten zijn ook als gedroogde pulp verkrijgbaar. De pulp bevat veel calorieën en vormt een goede aanvulling op het rantsoen van magere paarden. De pulp moet echter altijd geweekt worden. Droge pulp kan tot koliek, verstikking en erger leiden. De pulppap moet binnen een dag opgemaakt worden. Anders gaat hij gisten

Maïs is een dikmaker en energierijk; moet spaarzaam worden gegeven

Paarden waarderen eetlustopwekkende voedingsmiddelen zoals melasse, wortels en appels

Zout is een belangrijk mineraal. Een liksteen moet altijd ter beschikking staan. Voor een liksteen zijn speciale houders te krijgen, maar je kunt hem bijvoorbeeld ook in de voerbak leggen. Let wel op: de ene liksteen is de andere niet. Sommige bestaan voor 95% uit keukenzout en aan andere zijn heel wat mineralen en vitaminen toegevoegd. Het is afhankelijk van het voedselrantsoen dat een paard krijgt en de prestaties die het moet verrichten, welke liksteen het beste is

Een voerbak voor het hardvoer moet diep genoeg zijn, omdat er anders door het morsen nogal wat voer verloren gaat. Voor slordige eters zijn er bovendien voerbakken met anti-morsstangen