Begrippenlijst
A:
Aanzienlijk: beduidend
Aard: karakter
B:
Bekommeren: zich ongerust maken
Benaming: titel
Biotoop: milieu waarin een bepaalde diersoort gewoonlijk leeft
Business: zakenwereld
C:
Cadans: frequentie waarop dezelfde voet wordt neergezet. Deze moet binnen een gang regelmatig zijn, ongeacht de omvang
Coherent: samenhangend
Combineren: samenbrengen
Corrigeren: bijwerken
D:
Daaropvolgende: daarna
Doorslaggevend: beslissend
Drastisch: ingrijpend
E:
Echografie: ook wel echoscopie genoemd, is een techniek die gebruik maakt van geluidsgolven die zich door het lichaam verplaatsen en op grensvlakken tussen zachte en harde structuren reflecteren
Eveneens: ook
Evolueerde: geleidelijk zich ontwikkelen
Exact: nauwkeurig
Expressieve: een sterke uitdrukking hebbend
F:
Factor: omstandigheid die invloed op iets uitoefent
Festiviteit: evenement
Fossiel: onder fossielen verstaat men alle resten en sporen van planten en dieren die geconserveerd (in stand houden) zijn in gesteente
Fysiek: lichamelijk
G:
Garanderen: beloven
Gecompliceerd: ingewikkeld
Geconserveerd: niet vers
Geologisch: de kennis van de aardvorming betreffend
Genoegen: wat leuk en plezierig is
Grottekening: een grottekening is een voorstelling op rotsen. Bij een grotschildering is die aangebracht op de wanden en/of plafonds van grotten
H:
Handhaven: in stand houden
Huidig: van nu
I:
Investeren: geld steken in
J:
K:
Kampen: strijden
L:
Leken: iemand die niet deskundig is op een bepaald gebied
M:
Maatschap: samenwerkingsverband
Membraan: dun huidje, vlies
Mentaal: geestelijk
N:
Nauwelijks: amper
Neerwaartse overgang: de overgang naar een lagere gang of naar een kleinere wijdte binnen hetzelfde tempo
O:
Ogenschouw: bekijken
Omvangrijke: groot
Ondoorzichtig: niet doorschijnend
Ongeacht: zonder daarop te letten
Onherbergzaam: afgelegen
Opwaartse overgang: de overgang naar een hogere gang of naar een grotere wijdte binnen hetzelfde tempo
P
Pas: afstand tussen twee ruststanden van dezelfde voet
Praktischer: gemakkelijk en doelmatig
Prikkelbaar: snel geïrriteerd
Q:
R:
Ragfijn: bijzonder fijn
Resoluut: vastberaden
S:
Stadium: periode van ontwikkeling
Stuwkracht: de kracht die een object voortbeweegt
Syndicaat: vereniging tot het behartigen van gemeenschappelijke belangen
T:
Tamelijk: nogal
Term: het woord voor iets
Tijdspannen: duur
U:
Uterus: baarmoeder
V:
Vakkundig: kennis van zijn vak
Vale: donkergeel paard
Veeleer: meer
Veelvoud: getal dat een aantal malen groter is
Verbintenis: afspraak
Vermoedelijk: waarschijnlijk
Verscheidene: allerlei
Voorzeker: beslist
Voorzien: het van te voren aan zien komen
W:
Waarborgen: garanderen/instaan voor iets
Waardering: eerbetoon
Weliswaar: dat moet worden toegegeven
Wellicht: misschien
Wijdte: lengte van de pas
X:
Y:
Z:
Maak jouw eigen website met JouwWeb