Welk zadel past bij mij?

Dressuurzadel:

Diepe zachte zit: De diepe zit in een dressuurzadel zorgt ervoor dat de ruiter in één rechte positie zit. Deze diepe zit maakt doorzitten gemakkelijker.

Lange zweetbladen en kniewrongen: Door de lange, recht naar beneden lopende zweetbladen en kniewrongen kun je je benen lang maken. Voor een nog stillere beenligging kunnen de beugelriemen onder het zweetblad door lopen. Niet iedereen vindt dit fijn rijden.

Beugels verder naar achter geplaatst: Om bij een dressuurhouding de enkels, heupen en schouders in een lijn te krijgen, zijn de beugels iets verder naar achteren geplaatst.

Lange singelstoten: Voor een beter contact met het paard zitten de gespen en singelstoten niet onder het zadel. Hierdoor voel je geen vervelende hobbels onder het zadel als je je benen lang maakt.

 

Springzadel:

Dikkere wrongen: De dikkere wrongen geven ondersteuning en bieden houvast in de verlichte zit. Tevens helpen de wrongen je benen op de juiste plaats te houden.

Kortere zweetbladen: Met springen zit een ruiter met korte beugels dan bij dressuur. Door de kortere zweetbladen, die in een boog naar voren lopen, kan de ruiter goed meegaan met de springbeweging van het paard. Het is makkelijker in de verlichte zit te zitten en de benen daarbij op de juiste plaats te houden.

Vlakke zit: Door de vlakke zit heeft de ruiter meer ruimte om te bewegen en kan hij makkelijk met de beweging van de sprong meegaan.

Langere en plattere lepel: Dankzij de platte lepel ondervindt de ruiter geen hinder van de lepel bij het springen.

Naar voren geplaatste beugelriemen: Doordat de beugelriemen bij het springen korter worden gemaakt, zijn de beugelriemen iets naar voren geplaatst om de enkels, heupen en schouders toch in een lijn te houden. Dit zorgt tevens voor een voorwaartse zit en het makkelijker naar voren uit het zadel te komen.

 

Veelzijdigheidszadel:

Iets naar voren gevormde zweetbladen: De vorm en de lengte van het zweetblad zit tussen een dressuur- en springzadel in. Hierdoor is het geschikt voor de basis van het dressuurrijden, springen en buitenrijden.

Niet te hoge lepel: De zit is niet te diep of te vlak en de lepel is niet plat en niet hoog. Hierdoor is het zadel voor meerdere disciplines geschikt. Bij hogere klassen of een specialisatie richting dressuur of springen is een ander zadel wenselijk.

Beugelriemen in het midden geplaatst: De haken van de beugelriemen zijn in het midden geplaatst, tussen de spring- en dressuurpositie in. Zo wordt er de minste hinder ondervonden en hoef je alleen de lengte van de beugelriemen te veranderen bij een andere activiteit.

Maak jouw eigen website met JouwWeb