De Basuto stamt af van de Kap, een edel paard met bloed van de Arabier en de Berber, die in 1653 uit Java naar de provincie Kap werden geëxporteerd. In 1808 was de Kap echter bijna uitgestorven. De overlevenden werden naar de streek Basuto gebracht, waar de levensomstandigheden voor de paarden aanzienlijk harder waren. In de strijd om te overleven raakten de dieren hun verfijndheid kwijt. Door de vermenging met inheemse pony's ontstond de pezige, sterke en ongelooflijk taaie Basuto.

Naast het feit dat hij vroeger gebruikt werd als oorlogsros, heeft de Basuto zich ook als polo- en renpaard bewezen. De pony's zijn geschikt voor alle rijsporten en voor herderstaken. Ze kunnen zelfs een volwassen man dagenlang dragen en het zijn uitstekende lastdieren. Ook trekken Basuto's met gemak lichte rijtuigen.

De Basuto is gedrongen. Het edele hoofd is een erfenis van Arabieren en Volbloeden, zijn voorvaderen. De hals is tamelijk lang en dun, de schouders nogal steil en de rug lang. De borst is echter breed. Dit ras heeft een diepe romp en korte, sterke ledematen. De hoeven zijn hard. De meest voorkomende kleuren bij dit ras zijn bruin, schimmel en vostinten.

De Basuto is taai, tredzeker en heeft uithoudingsvermogen. Hij is niet erg snel, maar soepel en pezig. Hij is ook op speciale concoursen te zien. Menige Basuto heeft een uitstekende tölt.

Stokmaat: ongeveer 1,47 meter