Laat de veulens maar komen

Allereerst is daar de keuze van de hengst. Als na van menig boek en het bezoeken van keuringen de keuze gemaakt is, kan de merrie worden gedekt of geïnsemineerd. Ongeveer 18 dagen na de dekking kan door middel van echografische onderzoek door de dierenarts worden gecontroleerd of de dekking succesvol is geweest. Niet alleen kun je dan zien of er een, nog piepkleine, veulen aanwezig is, nog belangrijker is het controleren of er niet onverhoopt een tweeling aan zit te komen. Tweelingdracht bij een merrie komt relatief vaak voor. Het lijkt misschien prachtig, twee mooie veulens op stal, maar jammer genoeg wordt een zwangerschap met twee veulens zelden voldragen. Vaak worden beide veulens te vroeg, dood, geboren. Veulens worden in het laatste deel van de dracht zo groot dat er gewoonweg niet genoeg plaats is voor twee veulens, ook al is de baarmoeder van de merrie nog zo groot. Soms wordt er een levend veulen geboren, samen met een klein, vaak te zwak veulen dat al snel na de geboorte overlijdt. Een tweeling waarbij beide veulens in leven blijven is een zeldzaamheid. Daarom zal de dierenarts, als hij een tweelingdracht vaststelt, de echo na enige tijd herhalen. In een aantal gevallen zorgt de natuur ervoor dat slechts een van de vruchtblaasjes aanwezig blijft. En in sommige gevallen proberen we de natuur een handje te helpen door een van de vruchtblaasjes te verwijderen. Op die manier heeft het overblijvende veulen de meeste kans om uiteindelijk goed gezond geboren te worden. Na ongeveer 6 weken wordt nogmaals gecontroleerd of het veulen al goed groeit. Het kan dan in de vruchtblaas al goed worden onderscheiden, ook al is het nog maar enkele centimeters groot. Tijdens de dracht en ook na de geboorte, tijdens de melkgift, moet de merrie voldoende voedsel van goede kwaliteit krijgen. Maar ook voor de dekking is de conditie van de merrie van belang. Moederdieren die iets zwaarder zijn, waarvan de ribben net niet meer zichtbaar zijn of waar een dun laagje vet op de ribben te voelen is, zullen eerder in het jaar hengstig worden, sneller drachtig worden en beter drachtig blijven dan merries die wat te mager zijn. Er is overigens geen extra voordeel voor merries die veel te dik aan het dekseizoen beginnen.

 

Als de merrie drachtig is van een gezond veulen dat goed groeit, kunnen we ons langzaam gaan voorbereiden op de geboorte. Een veulen groeit het meest in de laatste maanden van de dracht. Meer dan 80 procent van het uiteindelijke geboortegewicht komt erbij in de laatste vier maanden. In de laatste periode van de dracht krijgt de merrie ongeveer 2 procent van haar lichaamsgewicht aan voedsel. Na de geboorte zal de voedselopname nog ver toenemen om voldoende melk te kunnen maken. Ongeveer 6 weken voor de verwachtte geboortedatum krijgt de merrie nog een extra boostervaccinatie zodat het veulen, straks met de eerste melk (de biest) zo veel mogelijk antistoffen binnen zal krijgen.

 

Gemiddeld duurt de dracht ongeveer 335 dagen (ongeveer 11 maanden). Toch kan een veulen soms al geboren worden na 310 dagen. Voor sommige eigenaren wordt het geduld wel erg lang op de proef gesteld, want een veulen kan ook pas na 375 dagen of nog later, worden geboren. De geboorte van een veulen is doorgaans een nogal stormachtige gebeurtenis, die er in minder dan tien minuten voor zorgt dat er een nat en spartelend veulen in de stal ligt waarbij je aan de verbaasde orgen kan zien dat het ook niet goed begrijpt waar de grote wereld in zo'n korte tijd vandaan is gekomen. Meestal als er problemen optreden, zijn die doorgaans zo heftig dat er met spoed moet worden ingegrepen.

 

Er zijn vele aanwijzingen dat het veulen binnenkort geboren zal worden. Echter geen van allen is honderd procent betrouwbaar. Ongeveer 4 weken voor de geboorte begint de uier wat op te zwellen en ongeveer 10 dagen voor de geboorte vullen de uier zich met melk. De spenen zullen wat dikker worden de vulvalippen zachter en ook het gebied rondom de staartinplant voelt wat sponzig en zachter aan. Ongeveer 2 dagen voor de geboorte kan er soms wat ingedroogde melk op de spenen te zien zijn. Dit zogenaamde kegelen is redelijk betrouwbaar en geeft aan dat de geboorte doorgaans na 24 tot 48 uur zal plaatsvinden. Dit geldt voor 90 procent van de merries en dus helaas ook weer niet voor alle merries van toepassing. Veruit de meeste geboorten vinden plaats gedurende de nacht of de vroege ochtend. Dus je moet je voorbereiden op wat slapeloze nachten. In de laatste fase voor de geboorte wordt de merrie wat onrustig, ze schopt naar de buik alsof ze koliek heeft en ze kan wat zweten. Dit duurt ongeveer een uur. Laat de merrie in deze tijd zoveel mogelijk met rust. Hierna zullen de vliezen breken, vocht vloeit af en de merrie gaat liggen en krijgt sterke persweeën. Het eerst zullen de voetjes verschijnen, naast elkaar. Het ene hoefje ligt doorgaans een klein beetje verder naar voren dan het andere. De onderkant van de hoeven wijzen naar de richting van de uier van de merrie. Veulens worden geboren met wat franjes en kwastjes aan de hoeven. Dit is volkomen normaal. Een paar uur nadat het veulen staat zijn die verdwenen. Naarmate het veulen verder naar buiten wordt geperst, verschijnt ook het neusje en vervolgens het hoofd. Dat ligt ongeveer ter hoogte van de voorknie. Als er nog een vlies over het hoofdje zit kan dat het best worden verwijderd. Vervolgens zal in rap tempo de rest van het veulen worden uitgedreven. De hele geboorte duurt ongeveer 10 tot 20 minuten. Als er een hoofd te zien is, maar geen voetjes, als maar een been naar buiten komt of als twee benen naar buiten komen zonder dat er ook een hoofdje te zien is, moet je met spoed de dierenarts bellen. Ook als na het breken van de vliezen de geboorte te lang op zich laat wachten, moet er snel hulp komen.

Maar gelukkig zal het merendeel van de geboortes bijzonder vlot en vanzelf plaatsvinden. Het gaat zelfs meestal zo snel, dat je van geluk mag spreken als je erbij kunt zijn. Het veulen ligt verbaasd op de grond, soms nog gedeeltelijk in de vliezen en de merrie zal het vermoeid maar tevreden likken. De navelstreng kan in het begin nog vastzitten. Het beste is te wachten totdat de merrie opstaat waarna de navelstreng vanzelf zal breken. De nageboorte of placenta zit dan nog in de baarmoeder, die zal na een tot drie uur afkomen. Als het langer duurt of als bij inspectie van de nageboorte er stukken lijken te missen, moet je de dierenarts laten komen.

Het veulen moet binnen een tot twee uur na de geboorte kunnen staan en na ongeveer twee tot drie uur voor de eerste keer hebben gedronken. Plassen en poepen komt op gang gedurende de eerst dag. Vooral het taaie meconium of darmpek, moet goed worden uitgepoept.

 

Nadat het veulentje een beetje op gang is gekomen, kan de groei beginnen. In de eerste week na de geboorte drinkt een veulen wel honderd keer per dag. Het neemt telkens kleine maaltijden van ongeveer een tot twee minuten. Gaandeweg zal het veulen minder vaak drinken en ook wat ruwvoer gaan opnemen en langzaam, heel langzaam, uitgroeien tot de verwachte Olympische kampioen. Maar elke kampioen begint toch maar heel bescheiden als een klein en kwetsbaar veulentje.