Mongoolse pony

De Mongoolse pony behoort tot de drie oerpaardenrassen en heeft veel paardenrassen beïnvloed. Hij stamt af van de Przewalski en leeft in grote kudden in Azië en Oost-Europa. In Mongolië, Tibet en China werd het ras gekruist met andere paarden en pony's, waarna domesticatie volgde. De pony is verwant aan veel paarden in aangrenzende landen, zoals Iran, Irak en Koerdistan, en geldt als de voorvader van de Turkmeen, de Bhutaan, de Spitia, de Tibetaanse lastdieren in de Himalaya en de Manipur-paarden van Assam. Ook beïnvloedde hij de Chinese pony's, die, net als hun Mongoolse voorvaderen, worden ingezet bij de paardenrennen. En niet te vergeten de Japanse pony, die in de 3de eeuw voor Chr. uit Korea werd geïmporteerd. De Mongoolse pony is niet uniform in grootte en type, wat varieert al naargelang de bloedlijn, de verzorging en het klimaat. De grootste Mongoolse pony is de Ili, een Russische kruising uit het westen van Mongolië. Vrijwel alle pony's en paarden in Azië hebben Mongools bloed. De kleinste Mongoolse pony's zijn te vinden in het dorre zuiden van Mongolië.

In Mongolië leven er per hoofd van de bevolking meer pony's dan waar ook ter wereld. Alleen al in Buiten-Mongolië zijn er meer dan twee miljoen rijpony's. De dieren worden ook ingezet als lastdier of herderspaard, alsook in de landbouw. In enkel regio's gebruikt men ze zelfs voor de wolven- en vossenjacht. Mongoolse pony's kunnen een man met volle bepakking een dag dragen over onherbergzaam terrein of over sneeuw en ijs. De pony's zijn bovendien uitermate snel en kunnen een afstand van 40 kilometer rennend afleggen. De merries worden gemolken. Van de melk worden kaas, boter en koemis gemaakt.

De Mongoolse pony heeft een ruwe vacht, is gespierd en in verhouding tot zijn grootte zeer sterk. Hij heeft een groot hoofd, kleine ogen, brede oren, een korte hals en volle manen. De schouders zijn zwaar gebouwd, de borst is diep, de rug kort. De sterke benen zijn voorzien van harde, ronde hoeven. De hoog ingeplante staart is ruw. Deze pony's zijn valkkleurig, bruin of zwart.

De Mongoolse pony is geharder dan alle andere paardenrassen. Taaier zelfs dan de Arabier. Hij doorstaat extreme kou en een minimum aan voedselaanbod. Verder dragen deze paarden de zwaarste lasten tijdens dagtochten van wel 160 kilometer. Het talent om herderstaken uit te voeren, is hun aangeboren. Ze zijn zachtaardig maar vastberaden.

Stokmaat: 1,27 - 1,47 meter