Finse Koudbloed

De Finse Koudbloed werd in 1907 met de oprichting van het stamboek erkend. Het ras ontstond uit een zwaar trekpaard en de lichtere Finse Universal, waarbij het ras het nogal rustige temperament van het trekpaard en de soepelheid en snelheid van de Finse Universal in zich verenigde. Voor de registratie in het stamboek ondergaat de Finse Koudbloed een strenge prestatieproef, waarbij vooral de draf geldt, aangezien die onderhevig is aan bijzondere eisen.

Het Fins trekpaard is veelzijdig. Het is geschikt voor de lichte wagen en is een redelijk rijpaard dat ook wordt ingezet in de bos- en landbouw, voor slecht toegankelijke plaatsen. Het lichtere type is bovendien te zien in de in Finland geliefde drafsport.

De Finse Koudbloed is klein, licht trekpaard. Het is een gespierd, krachtig en goed uitgebalanceerd paard met een lang hoofd, een korte hals en een lange romp. De achterhand van het dier is vaak schuin en in verhouding wat groot. Het paard heeft korte, sterke ledematen met bescheiden haargroei. Alle kleuren zijn geoorloofd, behalve bont. Het vaakst komt de vos met lichte manen en staart,

De Finse Koudbloed is een intelligent, evenwichtig paard, dat makkelijk is te handhaven en zich ook op lastig terrein uiterst adequaat gedraagt. Deze paarden zijn gezond, leven lang en hebben zich aan het harde, Finse klimaat aangepast. Ze zijn kalm, tredzeker, snel, soepel en sterk. Allemaal kwaliteiten die van de Finse Koudbloed een populair werkpaard maken.

Stokmaat: 1,57 - 1,78 meter