Hoeven

Het hoefmechanisme heeft twee belangrijke taken: het werkt schokabsorberend voor de stoten die bij elke stap op de benen inwerken en het zorgt voor een goede doorbloeding van de hoeven. Normaal gesproken is dat de taak van de spieren, omdat deze druk uitoefenen op de aders en het bloed op deze wijze tot de volgende aderklep transporteren. Dit werkt net zoals een deur: die gaat naar een kant open, laat het bloed door en gaat dan weer dicht, zodat het bloed terug kan vloeien. De spieren reiken bij een paard echter maar tot het voorvoet, wortel- en spronggewricht en houden daar gewoon op. Alleen de pezen, ligamenten en aders lopen door tot in de hoef zelf, waardoor de hoef goed wordt doorbloed. De aders zorgen voor een dicht netwerk dat bestaat uit piepkleine bloedvaten, de haarvaten, die in en rondom het hoefbeen liggen en de hoef van verse voedingsstoffen voorzien. De aders voeren de afvalstoffen af. De voorziening van zuurstof en voedingsstoffen verbetert niet alleen de hoornkwaliteit, de hoorn groeit ook sneller en blijft veerkrachtiger. Het hoefmechanisme kan alleen bij beweging zijn werk doen. Paarden die weinig beweging krijgen, zijn dus in het nadeel. Vaak hebben deze paarden slechtere hoeven dan hun soortgenoten. Met elke stap verandert de hoef namelijk van vorm, het compenseert op die manier een groot deel van de druk die op de hoef inwerkt. Net voor de hoef is opgetild is die druk trouwens het grootst. Daarbij wordt de hoefwand bij de toon nauwer. De hoef verbreedt in de richting van de zool en in de richting van de ballen van de hoef, zodat de straal contact met de grond krijgt. Terwijl de voorste helft van de hoefwand star blijft, wordt de wand tussen de kroonrand boven de verzenen en de zool wijder. En wel vanaf het breedste gedeelte van de hoef.

Daarom mag wel aan de voorkant van de denkbeeldige lijn worden genageld, maar nooit daarachter. Anders zou namelijk het hoefmechanisme worden verstoord. De regelmatige be- en ontlasting van de hoef werkt namelijk als een pomp, die het bloed transporteert.

De boosdoeners zijn microscopisch klein en gek op vochtige en donkere plekken. De ergste soorten voelen zich daar waar andere levende wezens geen lucht meer krijgen, het meest op hun gemak: daar waar paarden in de mest of modder staan en hun hoeven niet regelmatig worden schoongemaakt. Bacteriën en schimmels kunnen onder de vuillagen ongehinderd groeien. Meestal vallen ze pas op als de hoef al stinkt. Als je de hoef meteen behandelt, is de kans groot dat je de bacteriën en schimmels weer kwijtraakt. Een voorwaarde daarvoor is wel dat je weet wat je paard mankeert: bij rotstraal tasten bacteriën eerst de middelste straalgroeve en de straalgroeven aan de zijkant aan. Later kan ook de hoeflederhuid worden aangetast. Bij de zogenaamde White Line Disease is de schimmel Geotrichum in combinatie met bacteriën actief. De bacteriën dringen door een scheur of een andere beschadiging van de hoef in de witte lijn. De schimmel produceert vervolgens een netwerk van schimmeldraden. De combinatie van zowel schimmels als bacteriën zorgt voor oplossing van de witte lijn en kan uiteindelijk leiden tot een losse hoefwand. Beide ziektes zijn het gevolg van slechte hygiëne, onvoldoende beweging en onvoldoende weidegang. In een stal die niet regelmatig wordt schoongemaakt ontbinden bacteriën mest en urine, waarbij ammoniak wordt geproduceerd. Dit vluchtige gas bindt zich aan het vocht in het stro. Op die manier ontstaat ammoniakzuur, dat het eiwit van het hoefhoorn aantast en vernietigt.

Als de hoef op deze wijze wordt verzwakt, kunnen bacteriën en schimmels gemakkelijk binnendringen. Als het paard daarnaast weinig beweging krijgt of te kleine ijzers heeft, werkt het hoefmechanisme nog maar beperkt en heeft het aangroeiende hoorn een mindere kwaliteit. Bij beide ziekten moeten de betrofen en stinkende delen van de straal c.q. de witte lijn met een hoefmes volledig worden verwijderd. Zodra de hoef weer droog is, moeten de plekken met Povidon-jodium worden behandeld. Dat werkt uitdrogend en antibacterieel. Bij de White Line Disease worden daarna watten, gedrenkt in drie procent waterstofperoxide, op de hoef aangebracht. Tegen schimmels behandelt men de hoef met een propolisproduct (honing).

Maak jouw eigen website met JouwWeb