Slaaptijd

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Vanwege hun vluchtinstinct slapen paarden kort, maar wel vaker dan één keer per dag. De rustperiodes worden niet na elkaar genoten, maar verdeeld over de hele dag. De doorsnee rustfase duurt gemiddeld niet langer dan twintig minuten. Volwassen paarden rusten per dag ongeveer vijf tot negen uur, veulens zelfs flink langer.

 

Typisch voor het uitrusten is het 'doezelhoofd'. Ogen half gesloten, de mondregio ontspannen zodat de onderlip nog wel eens losjes naar beneden hangt, de oren staan zijwaarts op rust. Het paardenlichaam heeft een typische houding: de voorbenen staan stabiel parallel, terwijl het gewicht van de achterhand afwisselend de ene keer op het linkerbeen, en dan weer op het rechterbeen rust. Volwassen paarden brengen 80 procent van hun rustperiodes door in deze doezelstand.

 

Alleen wanneer het paard op zijn buik of helemaal plat op zijn zij ligt, kan zijn of haar organisme helemaal tot rust komen. Ademhaling en hartslag worden langzamer, de spieren ontspannen, de psychische genezing kan beginnen.