Franse draver

De Franse draver is afkomstig uit Normandië, sinds de 12de eeuw het belangrijkste gebied van de paardenfokkerij. Het ras is in de 19de eeuw ontstaan, toen men Volbloeden, die met halfbloeden waren gekruist, ter veredeling van de Norfolk Roadster en de Normandiër inzette. Daarbij waren ook de American Standardbred en de Russische paarden van de partij. In 1922 werd het ras officieel erkend. Sindsdien ontwikkelde de drafsport zich in Amerika en grote delen van Europa tot een volkssport. De Franse draver doet ook dienst als rij- en menpaard

De meeste Franse dravers doen dienst in de drafsport (op de baan.) Er zijn echter ook rijpaarden bij. Ze worden ook gebruikt om andere rassen te veredelen

Krachtige hals, expressief hoofd. Sterke schouders, brede, niet echt geprononceerde schoft. De romp kan lang en rond zijn. De ledematen dienen perfect gevormd te zijn om de grote belasting gedurende de uitgestrekte draf aan te kunnen. De gewrichten van de Franse draver horen groot en vlak te zijn, de botten van een goede kwaliteit. De achterhand moet extreem krachtig en enigszins naar achteren staan. Bij dit ras treft men zwarte, bruine en voskleurige paarden aan

De Franse draver is een groot paard met langgerekte, glijdende bewegingen. Kruisingen tussen Selle Français, Volbloeden of Anglo-Arabieren waarborgen ook uitstekende springpaarden. Aangezien de minimumsnelheid op de baan 1,22 m/s bedraagt, moeten de paarden prestatiebereid zijn en een groot uithoudingsvermogen

Stokmaat: ongeveer 1,65 meter

Maak jouw eigen website met JouwWeb