Huidverzorging

De huid is een belangrijk orgaan met verschillende functies die voor het welzijn van het paard van groot belang zijn. De toestand van de huid en de haren geeft aan of een paard gezond is of niet. Een dor haarkleed wijst op onvoldoende conditie en misschien zelfs wel op ziekte. Een glazend haarkleed wijst op een gezond dier

Voor paarden die veel op stal staan, is het poetsen een belangrijk onderdeel van de huidverzorging, omdat het ook de bloedsomloop stimuleert

Je poetst een paard om verschillende redenen:

-          Om hem schoon te maken en te houden

-          Om de bloedsomloop te stimuleren

-          Als massage voor de spieren

-          Om hem te controleren op wondjes

-          Om een band op te bouwen

Weidepaarden daarentegen ontlenen een gedeelte van hun bescherming tegen kou en regen aan hun natuurlijke huidoliën. Daarom mogen ze niet al te hard worden gepoetst. De poetsbeurt is tevens een goede gelegenheid om het dier te controleren op irritaties en zwellingen. Ook de benen en de hoeven verdienen aandacht

Tijdens de dagelijkse poetsbeurt moet de huid worden schoongemaakt en gemasseerd. Overtollig huidvet, huidschilfers, vuil, stof en opgedroogd zweet moeten worden verwijderd. Gebeurt dit niet, dan kunnen de huidporiën verstopt raken en deze zijn heel belangrijk. De huid regelt namelijk te temperatuur van het paardenlichaam. Via zweetkliertjes wordt vocht uitgescheiden, hetgeen voor afkoeling zorgt

Een roskam is gemaakt van ijzer, rubber of plastic. Met de roskam verwijdert je het grove vuil en de losse haren. Begin altijd linksboven aan de hals en werk dan geleidelijk met cirkelvormige bewegingen naar de staart toe. Plaatsen waar het bot zich dicht onder de huid bevindt, zoals het hoofd en de benen, en manen en staart, worden nooit met de roskam gepoetst. Verder wordt de roskam gebruikt om de zachte borstel schoon te maken

Na het poetsen met de roskam gebruik je een harde borstel om het losse vuil te verwijderen. Wees voorzichtig op gevoelige delen en gebruik deze borstel zo min mogelijk voor geschoren of gevoelige dieren. Met de harde borstel haal je ook het vuil uit de manen

Naborstelen gebeurt met een zachte borstel of doek, waardoor het dier extra gaat glanzen. Werk weer van hoofd naar staart. Gebruik voor het hoofd, de huid onder de manen, rond de ellebogen en tussen de voorbenen ook de zachte borstel

Een vochtige spons is vooral nodig om na een rit het stof uit de ooghoeken en neusgaten te halen. Spoel tijdens de wasbeurt de spons regelmatig uit om infecties te voorkomen

In de zomer vinden veel paarden het prettig om na het rijden afgespoten te worden. Begin hierbij altijd met de benen. Het afspuiten van de benen is in elk geval aan te raden, omdat het de pezen masseert en koelt. Maak hierna wel altijd de kootholte goed droog, zodat geen mok ontstaat

Met een zweetmes kan het paard na het afspuiten drooggemaakt worden. Werk van boven naar beneden met de haren mee

De meeste paarden waarmee gewerkt wordt, krijgen in het najaar als de temperatuur onder de tien graden komt een deken op. Deze deken geeft niet alleen warmte, maar zorgt er ook voor dat de wintervacht van het paard niet te dik wordt. Het nadeel van een te dikke wintervacht is dat deze bijna niet droog te krijgen is na het werk. Van de vele soorten dekens hen je er ten minste twee nodig: een staldeken en een zweetdeken

Verder zijn er uirijdekens: die bij speciale gelegenheden worden gebruikt; onderdekens, die onder de staldeken kunnen worden gelegd voor de warmte - ook een gewone oude deken is geschikt -; zomerdekens, die beschermen tegen vliegen en stof en eenvoudig te wassen zijn; vliegendekens, die zo groot dat ze het paard afdoende beschermen tegen de zon, stof en vliegen; en waterdichte regendekens

Wollen dekens worden in de regel gebruikt als zweetdeken na het werk. Wol ademt en laat vocht door. Dit vocht komt boven op de deken te liggen. Laat de deken daarom na gebruik goed drogen voordat je de deken opbergt. Een wollen deken wordt ook wel als onderdeken gebruikt. Het voordeel van wol is dat het goed vocht doorlatend is. Een nadeel is dat de deken kan krimpen of vervilten in de was. Daarom kan een wollen deken beter naar de stomerij gebracht worden

Katoenen dekens zijn ’s zomers geschikt als staldeken, of als statiedeken op concours. Meestal zit is 20% kunststof in om krimpen te voorkomen bij het wassen. In de winter kunnen katoenen dekens ook uitstekend dienst doen als onderdeken

Nylon dekens zijn over het algemeen sterk en gemakkelijk schoon te houden. Ze krimpen niet. Het nadeel van nylon is dat het niet ademt, dus kan er eventueel verstikking van de huid optreden. De nylon deken met een voering van katoen voorkomt dit probleem. Vooral in de winter is zo’n deken als staldeken zeer geschikt

Canvas of jute dekens zijn over het algemeen sterk. Ze zijn verkrijgbaar in een ongevoerde of gevoerde uitvoering. De gevoerde uitvoering is warmer en zachter, zodat doorschuren voorkomen wordt. Vaak zijn deze dekens gewaxed en dus ideaal in de winter als buitendeken. Een nadeel is dat ze na het wassen vaak stug en stijf aanvoelen. Ook zal de deken na het wassen opnieuw gewaxed moeten worden, om de waterdichtheid terug te krijgen

Gore-Tex is een vrij nieuw materiaal en wordt veel gebruikt in de bergsport. Het is zeer licht, warm, waterdicht en ademend materiaal

Flanel is dun en goed uitwasbaar, zeer geschikt als onderdeken

Badstof neemt goed vocht op. Het nadeel is dat deze deken niet zo sterk is. Kan goed gebruikt worden als onderdeken, zweetdeken of in de zomer als concoursdeken

Fleece is synthetisch materiaal wat vocht en zuurstof doorlatend is