Ardenner

Een van de belangrijkste zware paarden ter wereld, de oersterke maar buitengewoon vriendelijke Ardenner, stamt uit een ver verleden en is vernoemd naar zijn bergachtige thuisland aan de Belgisch-Franse grens. De Ardenner was niet altijd zo massief. Tot in de 19de eeuw werd het niet alleen aangespannen, maar ook als rijpaard gebruikt. Rond 1810 werd Arabisch bloed ingebracht en later volbloed, Percheron en Boulonnais-bloed. Deze pogingen om het ras te verbeteren waren echter geen succes en werd uiteindelijk opgegeven.

Stokmaat: 1,50 - 1,60 meter

Kleur: Stekelharig, roodstekelharig, blauwschimmel, donker of koffievos en zweetvos genieten de voorkeur. Roodbruin, lichte vos en palomino mogen. Zwart, appelschimmels en alle andere kleuren zijn niet toegestaan.

Bouw: Recht profiel met licht uitpuilende oogkassen, laag plat voorhoofd, grote expressieve ogen; puntige oren en brede open neusgaten; middellange hals, mooi aangezet en doorgaans gebogen; bijzonder sterke schouders; middelzwaar lijf met diepe borst, nogal korte rug en gespierde lendenen; brede ronde achterhand; tamelijk korte, sterke en gespierde ledematen.