Goede hoeven, goede basis

De vier relatief kleine voeten van het paarden dragen het hele lichaamsgewicht. Voor een volwassen sportpaard is dat algauw 600 kg. Elke voet heeft dus veel te verduren. Eenmaal in beweging vangen de benen grote krachten op, tot onwaarschijnlijk grote druk in bijvoorbeeld de landing na een flinke spring of een uitgestrekte draf. Een dergelijke druk kunnen alleen benen en voeten die in balans zijn goed opvangen. De hoefsmid heeft een directe invloed op het correct gaan van het paard dat bij bekapt en beslaat.

Goed hoefbeslag is afgestemd op het individuele paard. Als eerst kijk je naar de lichaamsbouw van het paard en bekijk je het dier in beweging. Als smid probeer je niet zomaar recht te maken wat krom is, maar handel je naar wat bij het paard past. Daarom kijk je niet alleen naar hoe de stand is, maar ook hoe het paard ermee 'uit de voeten' kan. Zeker paarden die drie jaar of ouder zijn moet je niet veel meer willen corrigeren. Hun boten, pezen en spieren zijn ontwikkeld naar de stand die ze hebben. Ga je dat rigoureus veranderen, dan raken de voet, het been en het hele paard uit balans. Met stevig risico op blessures vanwege de veranderde belasting, waarop het paard simpelweg niet is gebouwd.

Als smid kan je wel wat bijsturen. Maar weeg altijd af wat nodig is. Zelfs de gevolgen van subtiele aanpassingen kunnen groot zijn. Vier perfecte voeten heeft geen enkel paard. In praktijk geven dergelijke 'graasvoetjes' wel eens problemen bij het door de wending gaan aan de kant van de steile voet. De oorzaak zit dan in ongelijkheid, van voren gezien. Schouderbladen staan vaak scheef en de voorknie van het been met de steile voet is hoger dan die van de platte voet. In de praktijk wordt de steile voet dan wel eens bewerkt door de verzenen te laten zakken. Het heeft echter geen enkel gewenst effect. De verzenen komen boven de grond te 'zweven', waardoor het paard wordt gedwongen om de teen zwaar te belasten. Voorknieën en schouders krijg je wel gelijk door de steile voet in zijn geheel te laten zakken. Je houdt zo draagvlak en creëert gelijke hoogte, als basis voor balans.

Voor de hoefsmid is de voetas van het paard belangrijk. Dit is de denkbeeldige lijn die je trekt door het midden van het kootbeen, kroonbeen en hoefbeen van de ondervoet, van de voorkant en van opzij gezien. De voetas is voor ieder paard verschillend en is een gevolg van de beenstand. Er zijn allerlei afwijkingen van de voetas waar een hoefsmid rekening mee moet houden wanneer het paard uitgegroeid is.