Schouder binnenwaarts

Schouder binnenwaarts wordt in stap en in de draf uitgevoerd. Deze oefening heeft tot doel het paard, zowel in de lengte als zijwaarts, soepeler te maken. Het paard is van nek tot staart gebogen. Men zoekt naar balans en lichtheid met een geoefend paard. Met schouder binnenwaarts kan men ook de cadans en regelmaat oefenen.

Zelfs buiten het perspectief van de zuivere dressuur is schouder binnenwaarts een zeer nuttige oefening. Als hij goed wordt uitgevoerd, wordt de souplesse, gehoorzaamheid en de balans van het paard verbeterd. Hiermee kan een paard, dat neiging heeft op het bit te steunen en een deel van gewicht naar de achterhand te verplaatsen, opnieuw worden getraind. Enkele stappen schouder binnenwaarts maken het paard gereed voor een evenwichtige opwaartse overgang. De oefening is met name belangrijk om een mooie lichte start van de galop te verkrijgen.

Ondanks het grote nut ervan, moet er geen misbruik van schouder binnenwaarts worden gemaakt, want deze oefening heeft ook het nadeel, dat men het paard een buiging laat doen die tegengesteld aan de beweging is. Neem in het begin genoegen met een paar stappen - 3 of 4 stappen zijn ruim voldoende. In de algemene zin is het niet relevant de oefening langer dan een achttal stappen te laten duren. 

De scherpte van de hoek ten opzichte van de hoefslag mag niet meer zijn dan 30 graden, anders wordt de zijwaartse verplaatsing naar voren groter. De inzet van de achterbenen is niet meer voldoende en het gewicht van het paard wordt op schouders overgebracht.

Vermijd een te grote buiging van de hals. De buiging moet precies gedoseerd worden door een coherente actie van de beide handen, waarbij de binnenhand de buiging handhaaft en de schouders duwt en de buitenhand de buiging binnen de perken houdt door de scherpte van de hoek te controleren ten opzichte van de hoefslag.

Maak jouw eigen website met JouwWeb