Horseball
Horseball is een relatief jonge sport. Het balspel ontstond eind jaren zestig in Frankrijk, toen de Franse Paardensportfederatie op zoek ging naar een nieuwe discipline binnen de paardensport die niet alleen relatief goedkoop zou zijn om uit te oefenen, maar die ook gemakkelijk te organiseren zou zijn voor manegehouders. Het principe van horseball, dat gebaseerd is op de Centraal-Aziatische sport buzkashi, sloot hier perfect op aan. De sport kan worden beoefend door spelers van alle leeftijden, op paarden in alle denkbare rassen en schofthoogtes en in een standaard formaat bak van twintig bij zestig meter. In 1979 werd in Bordeaux, Frankrijk de eerste officiële horseballgame gespeeld. Sindsdien wordt de wedstrijd ieder jaar herhaald. De populariteit van horseball in Frankrijk groeide snel. Op dit moment kent het land meer dan vierhonderd teams. Inmiddels hebben diverse andere landen, waaronder Portugal, Spanje, Italië, Oostenrijk, Duitsland en België het voorbeeld van de Fransen gevolgd en hun eigen horseballteams samengesteld. In 1999 is de International Horseball Federation opgericht.
In België wordt al enkele jaren actief horseball gespeeld. Op de Europese kampioenschappen in 1992 behaalde het land zelfs een prachtige derde plaats. Ruim tien jaar later, in 2004, werd de populariteit van de sport dusdanig groot dat er een speciale Commissie van Horseball werd opgericht. Deze commissie stelde niet alleen de regels op, maar plant ook de wedstrijden en levert scheidsrechters voor zowel nationale als internationale competities. Inmiddels hebben zestien Belgische teams zich ingeschreven bij de commissie en kent het land zijn eigen nationale kampioenschappen.
In Nederland werd horseball pas veel later gespeeld, namelijk pas in 2005. Aan het eind van dit jaar, op 28 december, werd de stichting Promotie Horseball Nederland in het leven geroepen, met als doel om het horseball in Nederland dusdanig te promoten dat het land binnen afzienbare tijd in staat zou zijn om deel te nemen aan internationale wedstrijden.
Voordat het horseballspel kan beginnen, moeten de spelers en paarden goed worden ingepakt: het paard krijgt bandages om en de ruiter wordt uitgerust met kniebeschermers, schouderbeschermers en een speciale helm. Bij aanvang van ieder halftime legt de scheidsrechter de bal, die voorzien is van zes lederen riemen om het oppakken te vergemakkelijken, in het midden van de lijn die gelegen is op tien meter afstand van het kamp die van het engagement geniet. De aanvallende spelers moeten zich voor de lijn van tien meter plaatsen. De verdedigers blijven in hun kamp en staan in de richting van het spel opgesteld. Bij het fluitsignaal van de scheidsrechter zal de ploeg die na loting van de aftrap geniet, de bal in galop oprapen. Het spel is begonnen. Net als bij rugby is het de bedoeling dat de spelers ingooien, passen, aanvallen en verdedigen. Door de bal steeds via drie verschillende spelers in het net, het doel van de tegenstander te gooien, worden punten gescoord. Het team dat na twee keer tien minuten spelen de meeste punten heeft gescoord wint. Wanneer de bal op de grond valt, is het de bedoeling dat de speler al rijdend de bal weer opraapt. Stilstaan is niet toegestaan! Om de veiligheid in acht te houden, moeten de verdedigers op minimaal vijf meter afstand blijven tot de aanvallende rijder weer rechtop in zijn zadel zit.
Omdat horseball op volle snelheid wordt gespeeld, zijn er een aantal verdedigingsregels in het leven geroepen om blessures van paard en rijder te voorkomen:
1) Contact door plaatsing: men kan een penalty tegen krijgen door fysiek contact te maken met een speler die op dat moment niet in het bezit is van de bal
2) Afrukken van de bal: een speler mag slechts met één hand proberen de bal af te rukken van een tegenstander. Wanneer hij de bal kan grijpen en er hierdoor een strijd ontstaat tussen twee spelers, mag men enkel door de kracht van één hand de bal afrukken. Tijdens het afrukken van de bal mogen de spelers de bal niet van hand veranderen. Ook mgoen de spelers zich in geen enkel geval vasthouden aan een gedeelte van het harnachement of aan een lichaamsdeel van het paard. Wanneer twee spelers de bal betwisten en er niet in slagen hem af te rukken, zal de scheidsrechter een penalty toekennen aan de verdedigende ploeg.
Horseball is een veeleisende sport. Spelers moeten mentaal strek zijn, een goede teamgeest hebben, snel zijn, lef hebben, goed hun evenwicht kunnen bewaren, lenig zijn en over voldoende uithoudingsvermogen beschikken. Ook precisie en handigheid bij het werpen van de bal zijn niet onbelangrijk. Maar: als je over deze eigenschappen beschikt is horseball een fantastisch spel om te spelen. Niet alleen voor de ruiter, maar zeker ook voor het paard. Horseball is een zeer welkome afwisseling op het, vaak standaard, trainingsprogramma.
Team: ieder team bestaat uit zes spelers, waarvan vier zich in de wedstrijdring bevinden en twee zich in de vrije zone ophouden. Er mag regelmatig worden gewisseld van spelers. Tijd: elk spel duurt twee keer 10 minuten, met daartussen drie minuten pauze. Elk team heeft het recht om twee time-outs aan te vragen, van dertig seconden per speelhelft. Scoren: voordat een speler mag scoren, moet de bal drie keer zijn overgespeeld tussen drie verschillende spelers. De bal mag maximaal tien seconden worden vastgehouden. De bal: mag niet worden opgeraapt wanneer de ruiter stilstaat. Slechts een ruiter mag proberen de bal op te rapen, de overige spelers moeten minimaal vijf meter afstand blijven. De opraper mag niet worden gestoord, de tegenstander mag pas weer aanvallen als de ruiter weer rechtop op zijn paard zit. Het terrein: is zestig tot 75 meter lang en twintig tot dertig breed. De ideale afmeting is 65 bij 25 meter. Aan de korte zijde zit een beschot van 1,60 meter hoog. Het doel: is een meter in doorsnede. De onderkant van het doel hangt drieënhalve meter boven de grond en tweeënhalve meter van de achterlijn.
Maak jouw eigen website met JouwWeb