Spenen

De melkproductie bij de merrie is een mechanisme dat werkt volgens het principe vraag en aanbod. Hoe meer het veulen bij zijn moeder drinkt, hoe meer melk de merrie produceert; hoe minder hij drinkt, hoe minder ze produceert. Bij de in het wild levende merrie houdt de melkproductie heel geleidelijk aan op. Als het veulen groter wordt, gaat hij steeds meer grazen en brengt hij steeds meer tijd door met andere veulens, zodat hij veel minder frequent drinkt. Om de melkproductie te laten voortduren moet hij toch wel een à twee keer per dag drinken.

Temidden van een kudde zal een merrie die spoedig weer een veulen zal krijgen haar vorige veulen een beetje van zich afhouden, zodat hij ophoudt bij haar te drinken en het nieuwe veulentje zijn plaats kan innemen. Maar een hechte relatie tussen moeder en jong gaat vaak door tot het veulen geslachtsrijp is. Als het een mannetje is, zal het tussen de leeftijd van twee en drie jaar uit de kudde verdreven worden; is het een merrie, dan neemt ze haar plaats in de kudde in en wordt op haar beurt moeder.

Het zogen kost de merrie heel veel energie. Als de merrie weer drachtig is, is het een goede zaak om het veulen te spenen, zodat de ongeboren vrucht optimaal van de voedseltoevoer en hernieuwe kracht van zijn moeder kan profiteren. 

Als de merrie niet drachtig is en ze heeft geen geregelde training, kan men het veulen zo lang laten drinken als het wil, op voorwaarde dat de moeder voldoende volwaardig voedsel krijgt en eventueel voedingssuplementen. Het veulen dat men begint te trainen en dat vrienden krijgt, zal voor een jaar verstreken is vanzelf ophouden met drinken.

Het doel van spenen is de melkproductie stop te zetten, niet om het veulen definitief van zijn moeder te scheiden.

De tijd waarin de moeder haar veulen opvoedt duurt vrij lang. Om een evenwichtig paard te worden, moet de opvoeding voltooid worden en heeft het veulen zorg, aandacht en instructie nodig van zijn moeder. Een abrupte scheiding van zijn moeder zal het veulen voor het leven tekenen.

Spenen mag in geen geval voordat de eerste zes levensmaanden van het veulen voorbij zijn. Om de melkproductie te verminderen, moet je ervoor zorgen dat er meer tijd tussen de voedingen zit. Daarvoor kun je moeder en veulen eerst enkele uren per dag van elkaar scheiden en vervolgens langer. Om alles optimaal te laten verlopen is het aan te bevelen het veulen bij andere veulens te plaatsen, waarmee hij kan spelen, of bij oudere paarden die hij al kent.

Haal het veulen bijvoorbeeld iedere ochtend gedurende een of twee uur bij zijn moeder weg en dit twee weken lang. De twee weken daarop haal je hem vijf of zes uur aan één stuk door weg. Sta hem een paar dagen lang nog twee voedingen per dag toe en haal het veulen vervolgens om de dag 12, daarna 24 uur bij haar weg. Na ongeveer 6 weken zal er geen melkproductie meer zijn. Zodra de melk is opgedroogd kun je het veulen weer in de wei bij zijn moeder zetten.