Stalondeugden en slechte gewoonte

Veel stalondeugden komen voort uit verveling. Een paard dat de hele dag op stal staat en te weinig aandacht en beweging krijgt, zal proberen zijn opgekropte energie kwijt te raken in de vorm van stalondeugden. Bij verkoop moet een aanwezige stalondeugd gemeld worden. Gebeurt dat niet, dan kan de koop nietig verklaard worden

Bij het kribbebijten zet het paard zijn tanden op de voerbak, de boxdeur of de bovenkant van een muurtje en slikt in veel gevallen lucht naar binnen. Er zijn halsbanden die het luchtzuigen onmogelijk maken, als ze in een vroeg stadium worden toegepast. Luchtzuigen is slecht voor de spijsvertering en kan windkoliek veroorzaken. Hout dat dik is ingesmeerd met carbolineum maakt bijten onaantrekkelijk. Het is echter het beste om het paard zo veel mogelijk bezig te houden en het regelmatig buiten te laten lopen

Een paard weeft als het zijn gewicht van het ene voorbeen op het andere brengt. Het staat dus heen en weer te zwaaien met zijn hoofd en hals eveneens een zwaaiende beweging maken. De voorbenen worden bij het weven uit elkaar gezet. Een onnodige slijtage van de voorbenen en de hoeven is een van de gevolgen. Een weefrek op de staldeur kan hier uitkomst bieden. Het heeft tussen de tralies een opening die naar beneden taps toeloopt. Ter hoogte van de hals is deze uitsparing smal genoeg om te voorkomen dat het paard heen en weer zwaait

Tot de stalondeugden kan ook het op de vloer stampen of het tegen de wanden en deuren van de stal schoppen gerekend worden. Het is een hinderlijke gewoonte die tenkoste gaat van de kwaliteit van de stal, waarbij het paard zich bovendien kan bezeren

Tot slot zijn er nog de dekenbijters onder de paarden. Een lap aan het halster zorgt ervoor dat ze met hun tanden niet meer bij de deken kunnen

Sommige paarden bijten en slaan wanneer ze iets niet aanstaat. In de meeste gevallen is de oorzaak hiervan te vinden in de opvoeding

Een kijkerig paard reageert schrikachtig op zijn omgeving. Als het iets ziet bewegen, kan het plotseling wegrennen

Onder kleven verstaan we de neiging van een paard om naar soortgenoten toe te trekken. Het komt waarschijnlijk voort uit de weerzin van het dier om alleen te zijn. Het paard is immers van oorsprong een sociaal dier dat het liefst in een kudde leeft

Het krabben met de voorvoet is een teken van ongeduld

Een steegs paard weigert om te werken en laat dit merken door te steigeren en te bokken

Een paard steigert door de beide voorbenen in de lucht te gooien. Dit kan duiden op agressie of angst. Als de ruiter angstig paard belet om voorwaarts te gaan. Paarden die vaak steigeren, kunnen door middel van een martingaal beter onder controle gehouden worden. Steigeren hoeft niet altijd op angst te duiden. Het kan ook een uiting zijn van levenslust

Een paard bokt wanneer het de rug bol maakt en met de voor en/of achterbenen van de grond komt. Paarden die na een lange tijd op stal buiten losgelaten worden, maken meestal de raarste 'bokkensprongen' om hun overtollige energie kwijt te raken. Bokken onder het zadel is vaak een teken van verzet. Een paard kan hiermee pogen zich van zijn berijder ontdoen

De schrik van iedere ruiter: een paard dat op hol slaat tijdens een buitenrit. Het paard is ergens van geschrokken, heeft pijn of is heel bang. Het reageert niet meer op de tekens van de ruiter en rent zo hard zijn benen het kunnen dragen. Rust en kalmte zijn geboden. Bij paarden die vaak op hol slaan, kan een martingaal of een ander bit uitkomst bieden