Lichaamsdelen

Elk lichaamsdeel vervult een zeer specifiek rol in het geheel. Ook is het nuttig en belangrijk de lichaamsdelen te kunnen beschrijven en te benoemen, bijvoorbeeld als je de dierenarts moet waarschuwen en er mededelingen vooraf nodig zijn

Alle extremiteiten zijn aan de romp bevestigd, dus aan het skelet, dat uit bot en kraakbeen bestaat die samen een soort raamwerk vormen. De onderste delen van de ledematen en de hoeven zijn de zwaarst belaste lichaamsdelen, want ze dragen de massieve romp. Ze spelen bijvoorbeeld een belangrijke rol, omdat hierbij ook het gewicht van de ruiter de belasting nog verhoogt. De voorbenen staan met het handwortelgewricht en het kootgewricht iets naar achteren gebogen onder het lichaam, terwijl de achterbenen zich pas vanaf het spronggewricht onder het lichaam bevinden

Het prestatievermogen, en daarmee ook de productiviteit van het paard, hangt af van de juiste lichaamsbouw. Paarden met zwakke lichaamsstructuur worden sneller ziek en presteren daardoor ook minder

We spreken van een harmonisch gebouwd paard, als het goede verhoudingen heeft. Dit is het geval als de verschillende delen van het paard, de voorhand, de middenhand en de achterhand, aan bepaalde eisen voldoen

Onder de voorhand verstaan we het hoofd, de hals, de schouders, de schoft en de voorbenen. De stand van het hoofd en de hals kan van invloed zijn voor spring- en dressuurpaarden. De lijn van schoft en schouders moet rond en vloeiend zijn. De borst mag niet smal zijn. Dit kan betekenen dat het paard wat zwakker is en kan bovendien tot strijkwonden leiden

De voorbenen zitten niet met een bot aan de romp vast. De verbinding wordt hier gevormd door gewrichtsbanden en spiergroepen; ook het schouderblad speelt daarbij een rol. Dat helpt ook de frictie van snelle gangen op te vangen. Overigens lijkt de bouw van het voorbeen op dat van het achterbeen, waarbij de voorknie de plaats van de hak inneemt. Ruwe huiddelen aan de binnenkant vlak boven de knie zijn normaal: deze zwilwratten zijn de rudimentaire resten van een koot. Ze bevinden zich ook op de achterbenen vlak onder de hak

zwilwratten

Onder de middenhand verstaan we de rug en de buik van het paard, gerekend vanaf de schoft tot aan de lendenen. Het is het gedeelte van het paard waarop de ruiter zit. In de borstkast zitten veel organen van het paard. Het is dus belangrijk dat deze ruim en diep is. De rug moet kort en sterk zijn en niet te hol

Onder de achterhand verstaan we het kruis, de lendenen, de heupen, de billen en de achterbenen van het paard. De benen moeten sterk en recht zijn en de knieën plat en recht. Buigen ze te sterk door, dan kan een paard gemakkelijk struikelen. De achterhand is zo belangrijk, omdat deze als het ware de motor van het paard vormt

De maantop is het gedeelte van de manen dat zich bovenop het paardenhoofd bevindt en naar voren valt. De manenkam loopt over de halswervels tot aan de schoft. Het kopstuk van het hoofdstel wordt tussen de maantop en de manenkam ingelegd

De schoft hoort de hoogste punt van de paardenrug te zijn. De schoft bevindt zich onderaan de hals, waar de schouderbladen samenkomen

Bij een paard met droge ledematen is het onder de huid liggende skelet duidelijk te zien. Een paard met droge ledematen heeft geen last van gallen (vocht in de peesscheden)

Het spronggewricht bevindt zich in het achterbeen van het paard, tussen het hiel- en het schenkelbeen. Het gewricht is zeer belangrijk, omdat het van invloed is op de actie, de gangen en de springcapaciteiten van het paard. Een goed spronggewricht zorgt ervoor dat schenkel- en dijbeen een hoek van ongeveer 150 graden vormen

Een paard is overbouwd als het hoogste punt van het kruis hoger ligt dan het hoogste punt van de schoft. Vooral bij jonge paarden is dit vaak te zien. Meestal verdwijnt dat later in de groei

overbouwd

Maak jouw eigen website met JouwWeb