Mennen

In de tijd dat koetsen en karren de enige transportmogelijkheden waren, behoorden menwedstrijden tot de genoegens van de gegoede klasse.

Tegenwoordig is de mensport aan officiële regels gebonden. Het eerste Europese menconcours vond in 1970 in Zwitserland plaats, onder auspiciën van de enthousiaste sportrijder prins Philip, Hertog van Edinburgh.

Er zijn menconcoursen voor rijtuigen met enkelspan (één paard), tweespannen (twee paarden naast elkaar gespannen). tandems (twee paarden voor elkaar gespannen) en vierspannen. Het doet sterk denken aan eventing bij ruiters en betreft een veelzijdigheidstest, bestaande uit drie gedeelten.

Deel A is een dresuurproef op een terrein: de grootte hangt van het span af. Het dressuurterrein voor een 10 meter lang vierspan bedraagt 100 m x 40 m. Er worden punten gegeven voor de juistheid van de voorgeschreven figuren, de rijstijl, de gelijkmatigheid van de gangen, gehoorzaamheid en andere zaken, zoals de algemene indruk en presentatie.

In deel B wordt het uithoudingsvermogen getest (marathon.) Gedurende de laatste tien kilometer moeten de menners acht hindernissen nemen, waarbij ze door poortjes over bruggen en door het water moeten, en daarbij hun eigen kunnen en dat van de paarden demonstreren

Deel C bestaat uit hindernisrijden op een terrein. De menner moet tonen hoe precies hij een hindernis kan inschatten en hoe fit zijn paarden zijn. Hij moet langs en tussen pionnen rijden. Deze zijn voorzien van een geel balletje op de punt. Bij de minste aanraking vallen ze eraf.

Vrijwel alle paarden die aan deze proeven meedoen zijn vertegenwoordigd van krachtige, Europese warmbloedrassen - zoals KWPN-ers, maar ook barokke paarden zoals Lippizaners doen het goed.

Naast de sporttesten vinden er ook steeds vaker shownummers plaats, waarbij de nadruk ligt op het totaalbeeld van menner, koets en paard. Bovendien wordt de menkunst beoordeeld. Doorgaans wordt er gereden in lichte, elegante koetsen. Zowel koetsen met één paard als tweespannen, vierspannen en tandems (twee paarden achter elkaar gespannen) doen mee.

Een buitengewoon belangrijk beoordelingscriterium is de lichtheid waarmee het paard wordt gemend. De aanwijzingen van de menner moeten nauwkeurig en voor de toeschouwer mogelijk onzichtbaar zijn. De paarden dienen willig te reageren.

Deze 'proeven' hebben geen sportief karakter in de gebruikelijke zin van het woord. Het publiek en de jury beslissen wat ze het mooiste span vinden